‘We hebben ervoor gekozen om niet met een regisseur te werken’, zo melden de makers van Heimat 2 aan het begin van de voorstelling op toch wel enigszins triomfantelijke toon. Helaas blijkt dat deze overvolle performance wel een strakke hand aan het roer had kunnen gebruiken.

De voorstelling Heimat, die in de zomer van 2013 uitkwam, bracht theatermakers Harald Austbø, Suzanne Grotenhuis, Tom Struyf, Freek Vielen en Rebekka de Wit samen rond het thema van generaties en afkomst. De makers interviewden hun ouders en grootouders over uiteenlopende onderwerpen en zetten daar hun eigen bespiegelingen tegenover. Heimat werd warm onthaald, met name vanwege de ontwapenende gesprekken over het leven, de liefde en de toekomst die uit de video-interviews voortkwamen.

Nu komen Austbø, Grotenhuis en Vielen, aangevuld door Tim David, met een spirituele opvolger. De makers vatten het plan op om naar Groenland te reizen en daar een zelfgeschreven requiem te spelen, en onderweg verschillende mensen te spreken over hun zorgen over de toekomst of de dingen die voorbij gaan. Hoewel de publiciteitstekst nog probeert om deze opzet met de eerdere voorstelling te verbinden (het zou wederom een zoektocht naar ‘wortels’ zijn) is het vanaf het begin duidelijk dat het vooral de vorm is die aan de voorganger doet denken: een combinatie van muziek, video en persoonlijke observaties en ontboezemingen.

De voorstelling is eigenlijk een reisverslag, waarin beschrijvingen van de reis en intieme, licht-filosofische bespiegelingen afgewisseld worden met de strak geproduceerde video’s waarin de delen van het requiem ten gehore worden gebracht. Opnames van de koren die de partijen zingen worden afgewisseld met beelden van de theatermakers, die als heroïsche popsterren op een muzikale queeste worden neergezet. Vanwege de prachtige landschappen en de nonchalante uitstraling van de makers bekruipt je een gevoel van satire, alsof ze een parodie hebben willen maken op de decadentie van het privilege om onder de dekmantel van kunstenaarschap een spirituele ontdekkingsreis te maken.

Het vermoeden dat het de makers gewoon aan zelfbewustzijn ontbreekt rijst echter steeds meer. De videopassages, waarin in de interviews ook zaken als klimaatverandering, verkrachting en het verloren gaan van culturele gebruiken aan bod komen, worden namelijk aan elkaar verbonden door scènes waarin de makers hun eigen gevoelens en quasi-filosofische gedachten op de eerste plaats zetten. Het levert een pijnlijke equivalentie op tussen problemen op macroniveau en de beslommeringen van vier overgeprivilegieerde dertigers.

Dit is vooral storend omdat het zo depolitiserend is. Net als in Vielens eerdere voorstelling So It Goes spreekt er een zoetig soort defaitisme uit Heimat 2, dat onderstreept wordt in een interview met een Deense filmproducent die Vielen betovert met zijn op lucht gebaseerde technologisch-kapitalistisch positivisme. Vielen wil zo graag horen dat alles vanzelf wel goed komt met de wereld dat hij zich makkelijk verliest in een naïef-romantisch denken dat een vlucht naar schoonheid en lijdzame passiviteit voorschrijft.

De noodzaak van de makers om zich elk ook persoonlijk te profileren zorgt er bovendien voor dat Heimat 2 qua structuur wat voorspelbaar wordt: o, die speler heeft al een tijd geen solo meer gehad, dus die moet ook nog even. Het is een gevaar dat bij een niet-hiërarchisch georganiseerd collectief altijd op de loer ligt: niemand durft dan te zeggen dat een individuele bijdrage eigenlijk niet in de dramaturgie past, en zo dijde Heimat 2 uit tot een belevenis van meer dan twee uur.

Gelukkig maken sommige interviews nog veel goed. Het heerlijk stekelige gesprek met Jon Gnarr, de voormalige burgemeester van Reykjavik, is ontregelend en onvoorspelbaar. Hij vertelt Vielen dat echte verandering bewerkstelligen vooral veel energie en geduld kost, zelfs voor een burgemeester. Gnarrs melancholie en onverhoedse humor leveren een mooi portret op van iemand die onverwachts met macht te maken kreeg.

En dan is er de muziek. Het requiem dat Austbø voor de voorstelling schreef is indrukwekkend en ontroerend. Het wordt door verschillende koren gezongen, afhankelijk van de etappe van de reis, en dat levert mooie ontmoetingen op met lokale muziek en folklore. Als muziekfilm werkt Heimat 2 eigenlijk nog het best.

Het is intens jammer dat de makers van Heimat 2 zich niet wat meer hebben laten bijstaan door externe begeleiders. Zowel concept, individuele scènes, zeggingskracht, lengte als dramaturgie zijn eenvoudigweg niet kritisch genoeg tegen het licht gehouden. Dat is des te opvallender aangezien de voorstelling behalve door Productiehuis Rotterdam is ondersteund door De Coproducers, een verbond van zeven vlakkevloertheaters. Bij een dergelijke rijkdom aan potentiële feedbackgevers mag het tekortschieten van Heimat 2 toch wel als een collectief falen worden bestempeld.

Foto: Pepijn Lutgerink