Precies vijftig jaar geleden ging in het Nieuwe DeLaMar Theater in Amsterdam de musical Heerlijk duurt het langst in première, de eerste in een rij van zeven musicals die Annie M.G. Schmidt met Harry Bannink maakte. Het werd een succes: de grenzen van het conventionele gezin werden eens verkend, hier en daar werd gestrooid met seksueel getinte toespelingen en dan had je nog de buitenlander die in onze fabrieken werkte. Schmidt ving de tijdgeest en hield het publiek een spiegel voor. Maar wat vertelt deze musical ons nu, anno 2015?

Het verhaaltje is eigenlijk maar dun en niet bijster origineel. Een man gaat vreemd met secretaresse, zijn vrouw komt erachter, ze gaan uit elkaar, zij vindt steun en liefde bij de nieuwe buurman, maar uiteindelijk vinden ze elkaar terug in de zorg voor hun dochter.

Regisseur Paul van Ewijk heeft de voorstelling in de oorspronkelijke tijd gesitueerd. Dat betekent dus guldens, kruideniers en kuise plichtplegingen. Het was bovendien een tijd waarin de musical nog niet zo ver geëvolueerd was als nu. Korte dialogen die het verhaal voortstuwen worden afgewisseld met vooral reflecterende liedjes; die twee integreren nauwelijks. Er is maar één manier om daar nu nog mee weg te komen, en dat is als die liedjes zowel tekstueel als qua compositie verdraaid sterk zijn. Wat dat betreft zit het wel goed, met Schmidts onnavolgbare taligheid, gevoel voor humor en progressiviteit en de composities van Bannink die dat allemaal perfect tot hun recht laten komen.

Van Ewijk zet in zijn regie veel in op de lachspieren. Groot, vet aangezet spel met aanstekelijk plezier gebracht. Maar daar schuilt ook gevaar in. Chris Tates laat zich, met zijn rol als echtgenoot/directeur, iets te lang tot het karikaturale verleiden. Lange tijd is zijn personage stug, nors en ontzettend doorzichtig. Pas tegen het einde pakt hij ons, wanneer hij het voor elkaar krijgt zich als geloofwaardig slachtoffer van het gebeuren te profileren. En dat is natuurlijk smullen.

Kruidenier Kees Bloem (Alfred van den Heuvel) zoekt tevergeefs antwoorden en zingeving bij Freud. Hij is een hilarische noot in de productie, maar weet desondanks samen met Tates de harten van alle vaders (en een hoop anderen) te raken met een ingetogen Op een mooie Pinksterdag. Samen vangen ze een beeld van twee mannen die zich neerleggen bij het feit dat ze zijn gereduceerd tot niets meer dan kanttekeningen in het leven van hun dochters. Geen woede, frustratie of wanhoop, maar een trefzeker gespeelde variant van berusting.

Rosalie de Jong heeft, als de hitsige secretaresse Emma, een geweldige energie en verleidt niet alleen haar baas, maar weet tussendoor ook regelmatig met het publiek te flirten. Hetzelfde geldt voor de verschrikkelijk sympathieke (en daardoor ontzettend irritante) buurman Ton (Dick Cohen). Ze dragen beiden bij aan het hoge gehalte smeuïgheid van de voorstelling, maar ontstijgen de lach helaas niet of nauwelijks. 

Deze voorstelling wordt ontegenzeggelijk gedragen door Lone van Roosendaal. Haar Marian pakt uit, en niet in het groteske, maar juist in klein, doorleefd spel. Het getuigt van lef dat Van Roosendaal binnen al het spektakel het kleine spel opzoekt. Ze heeft een vlijmscherpe mimiek en geeft met onverwachte uithalen haar zang een prachtige dynamiek mee. Dit komt samen in een spectaculaire uitvoering van Het is over, waarin we een vrouw zien die zichzelf laat verrassen door haar emoties, zich vermant, om zich vervolgens weer te laten meevoeren.

Vijftig jaar na oplevering gaat Heerlijk duurt het langst niet meer over het doorbreken van conventies binnen de gezinssamenstelling, en draagt het verhaal ook niet meer bij aan de open dialoog over seks of immigratie. Aan onze wereldbeelden wordt niet getornd. Wat blijft er over?

Een kwalitatieve productie met misschien één of twee momenten waarop je echt wordt meezogen. Die momenten, waarop de acteurs het ensemble ontstijgen en echt laten zien wat ze allemaal in hun mars hebben, had ik graag meer en van iedereen gezien.

Foto: Joris van Bennekom