Met het conceptplan voor Hashtag won Loïc Perela vorig jaar de Prijs van de Nederlandse Dansdagen. Daarom mag hij dit jaar de uiteindelijke voorstelling op het festival presenteren. Twee mannen en een vrouw in vrijetijdskleding bewegen daarin op het toneel. Hun lichamen worden geprojecteerd op een scherm achter hen. Die zwarte beelden vermenigvuldigen zich in schimmen, die op hun beurt opgeslorpt worden door de geprojecteerde schaduwen van de dansers die op de grond liggen. Het klinkt ingewikkeld, maar het levert visueel knappe beelden op.

De Franse choreograaf Loïc Perela. die werkt onder de vleugels van Dansateliers Rotterdam, wil met zijn nieuwe productie een fysieke ervaring bij zijn toeschouwers teweegbrengen. ‘In het concept voor Hashtag viert en eert hij de kracht en breekbaarheid van het lichaam en nodigt hij het publiek uit om dat aan den lijve te ondervinden’, schreef de jury in 2015.

We zien nu op een groot canvas de projectie van een blauwgrijsachtige grote bol met daarrond iconen van cirkeltjes en toetsen. Een elektronische beat klinkt zacht. De drie dansers betreden schoorvoetend het toneel. Ze kijken elkaar aan, ze kijken naar het publiek. Ze huppen voorzichtig, kalm, en op de golven van de klanken versnellen ze hun passen. In de hele verdere performance zullen enkel bewegingen maken die de massa’s in een danstent maken. De lichamen worden op het scherm geprojecteerd, als schaduwen, als schimmen. Eerst alleen, dan in verdubbeling, in veelvoud. Een grote wiegende festivalweide lijkt het soms. Het zijn allemaal lijven die zich repetitief bewegen als in een roestoestand.

Een danser stopt even, hurkt neer, de andere schokken met hun armen en benen, dan gaat iemand liggen, zijn lichaam wordt op het scherm geprojecteerd als een schaduw die groter en groter wordt en het hele scherm vult. Op de golven van de elektronische beat, van zacht naar luid naar zacht naar stil naar zacht naar luid, golven hun dansante bewegingen. Het is een dansen van mensen die op een danceparty aanwezig zijn, een langzaam deinende trance-dance die richting onderdompelende dionysische extase moet.

De schrijver Haruki Murakami beschrijft in zijn boek over zijn grote hobby hardlopen zo’n roestoestand. Hij noemt het een ‘mantra machinaal’ die hem werktuigelijk dompelt in de stroom van het lopen. ‘Ik ben geen mens. Ik ben een pure machine. Ik ben een machine en dus hoef ik niets te voelen. Ik moet gewoon vooruit.’ Om achteraf te kunnen vaststellen: ‘Ik was ik, en toch weer niet.’ Zo’n toestand lijken de dansers van Hashtag te willen demonstreren, en dat niet-willen-zijn wordt versterkt in de projectie. In transcendente momenten van de overgang van reële dansende mensen naar virtuele beelden vervagen de lichamen en worden de projectiebeelden belangrijker. De focus verschuift van de levende mens naar diens virtuele omvorming op het scherm. De lichamen vermenigvuldigen zich tot tollende sterren in het heelal. Het geheel krijgt af en toe kosmische allures.

In de momenten zonder filmbeelden lijken de drie dansers te pauzeren, om dan weer vanuit een lighouding op te staan en te bewegen naar een nieuwe trance. Voor mij als toeschouwer komt die overdonderende vervoering er echter niet, laat staan een rituele extase van niet-zijn. Ik bleef – vanop afstand – zeker geboeid door de mooie beelden en complexiteit van projecties, maar werd niet meegezogen in de energie die van dansers kan uitgaan. De beoogde fysieke ervaring heb ik al helemaal niet gehad (al zal dat wellicht aan mijn leeftijdsgebonden stramheid liggen).

Foto: Jochem Jurgens