Met de slungelige, tamelijk geagiteerde en (mede door zijn gezellige blonde krullenbol en slordige jarentachtigsnor) toch zeer aaibare Rini, voegen Plien & Bianca weer een prachtige variant van de ploeterende antiheld toe aan hun toch al zo rijke verzameling. Deze Dordrechtse onnozelaar is bepaald niet geboren om te winnen, dat zie je meteen, maar ondanks zichzelf staat-ie toch maar mooi in de finale van een heuse spelshow op teevee. Dat-ie niet met de hoofdprijs naar huis gaat, mag geen spoiler heten.

In hun achtste avondvullende voorstelling Harrekidee! brengen Plien van Bennekom en Bianca Krijgsman weer een vrolijke estafette aan dat soort typetjes op de planken: oeverloos gewone mannen en vrouwen, liefst bepaald geen achttien meer, die de situatie waarin ze zich bevinden nét niet de baas zijn – en zich daardoor in een voortdurende staat van sluimerende paniek bevinden. Want de dood, de liefde, aftakeling, een vriendschap die plots op de tocht staat, kortom, het leven zit ze in de weg. En dan kunnen we nog zo grossieren in overwoekerende alledaagsheid, geconfronteerd met dat soort grote thema’s maken wij als mens nu eenmaal rare sprongen.

Die rare sprongen hebben de cabaretiers voor ons geobserveerd, in het absurde doorgetrokken en naar korte sketches getransponeerd. Harrekidee! is een avondje Plien & Bianca zoals je van Plien & Bianca gewend bent – en eigenlijk zijn we ook dát inmiddels wel van ze gewend.

Daar zit geweldig materiaal bij: zoals de scènes met Rini, de sukkel die je het liefst even heel stevig wil vasthouden. Ook de hilarische deurenklucht in een verzorgingshuis, met nukkig loslopende bejaarden en bloedserieuze begeleiders, treft doel: als zelfs een simpele tombola organiseren al zo uit de klauwen loopt, hoe kun je dan van de mens verwachten de écht belangrijke zaken in het leven enigszins het hoofd te bieden?

Maar niet alles is even sterk. De regelmatig terugkerende sketches rondom bejaarden Truus en Bep, die elkaar tot wederzijdse ergernis voortdurend verkeerd begrijpen, leunt te veel op dezelfde gimmick. De dialoog rondom de grofgebekte kabouters, twee oude bekenden van het duo, is vooral voorspelbaar, en mist de fijne nuances waardoor het aan de karikatuur ontstijgt. Ook de twee wat belegen dames die elkaar al te openhartig deelgenoot maken van hun seksgeluiden (‘huis in de fik, kat kan praten, trein gehaald’ – probeer het vooral zelf) heeft door gebrek aan een leuke wending of onverwachte clou, ook maar weinig om het lijf.

Amusant blijft deze door Patrick Stoof en Kees Prins geregisseerde montagevoorstelling zonder meer, en door de afwisseling en het hoge tempo is een mindere sketch ook niet de grootste ramp. Visueel is er als vanouds niets op aan te merken: ontwerpers Arno Bremers en Regina Rorije verzamelden een fijne garderobe aan vale rokken, verwassen bloemetjesjurken en verlopen jasjes, wat fijn contrasteert met hun hemels showbiz-decor; Carolina Leenders tekent voor de sufste en daardoor geweldige pruiken en snorren.

Plien & Bianca vertolken hun typetjes ondertussen met veel gevoel voor kenmerkende details en vooral ook met een flinke bak mededogen, waardoor je zelfs de mopperomaatjes uiteindelijk in je hart sluit. En zij elkaar ook: je kunt nog zo op de ander vitten, concluderen ze, het is op z’n minst fijn om iemand te hebben om op te kunnen vitten.

Dat is de hartverwarmende boodschap waarmee Plien & Bianca niet alleen hun personages, maar ook de toeschouwers weer terug in hun alledaagse levens katapulteren: we zijn op onze eigen manier allemaal sukkels, dus laat dat ons met elkaar verbinden.

Foto’s: Annemieke van der Togt