Laat je niet bedriegen door het fijn realistische decor van Sanne Danz. Geniet er wel even van, want heel vaak zie je zoiets niet op de podia in Nederland, dus ja, laat je hart een sprongetje maken van dat gezellige behang, die schrootjeswand, de keukentafel met formica blad, het uitzicht op een schuurtje en de Brabantia broodtrommel. De deuren links en rechts, het aanrecht met fornuis, de soeppan, het eten: het is echt. Ook de oma is echt, en echt geweldig, en het kind is echt, en echt fantastisch. Maar het is zo echt allemaal om een contrast te creëren.

De volwassenen in Hallo familie zijn namelijk helemaal niet zo realistisch. Niet zo logisch. Of vraagt jouw moeder net als Anne Fé de Boer ook de hele dag op overdreven opgewekte toon aan iedereen of ze iets willen drinken, gezellig, zonder ooit iets in te schenken? Heb jij een oom met konijnenoren zoals Freek Nieuwdorp, die bang is voor visite? Lopen de vrienden van je ouders in polonaise door de achtertuin? O wacht, dat is misschien wel zo. Oké: woont er in de hoek naast jullie keukendeur een dansend groen mannetje dat graag Dubro drinkt? Dacht ik al.

En de tegenstelling tussen de twee uitersten en de manier waarop realisme en onlogica met elkaar verweven raken, maken goed invoelbaar hoe een kind haar kijk op de wereld bij elkaar puzzelt. Zelf weet ik bijvoorbeeld zeker dat de speelgoedwinkel bij ons in de buurt vroeger van binnen helemaal paars was, paarse vloer, paarse muren, paars plafond, en dat je er werd geholpen door een mevrouw met een paarse jurk en een grote paarse bril. Mijn moeder zegt dat het alleen de vloer was. Goed, en de bril.

Maar dat terzijde. Als kind ben je niet de baas over je wereld, je hebt het overzicht niet, en dat geeft je heel veel tijd om je hersens te oefenen. Wat echt is en wat fantasie, dat is nog niet zo afgebakend. Die vorm van beleving staat centraal in Hallo familie. Zoals je konijn ’s nachts net zo echt is als je oma, zoals een spin soms zo groot is als een mens en een heel feest in een keukenkastje past.

Wat betekent het dat je ouders zo vrolijk doen als ze binnenkomen, terwijl je ze ruzie hoort maken op de gang? Denken ze soms dat jij dat niet merkt? Je laat je dino en je Barbie het ook zo doen om erachter te komen hoe die totaal niet kloppende situatie kan bestaan. Het is allebei waar: ze houden van elkaar, en ze vechten. In Hallo familie weten Moniek Merkx en haar team die wereld, waar we maar een paar jaar in wonen, totdat we er de baas van moeten worden, heel zorgvuldig te vangen.

Dat doen ze op een voor Maas theater en dans kenmerkende manier: wervelend, kleurrijk en muzikaal. Spel en dans, tekst en fysiek zijn gelijkwaardig. De zeven professionele spelers hebben ieder een heel verschillende kracht; van de dromerige muzikaliteit van Marieke Dermul tot de fysieke humor van Hali Neto en van de urban moves van Gihan Koster tot de veelkleurigheid van Cherella Gessel. Voeg daarbij de praatgrage energie van Jurriën Remkes en je begrijpt hoe het verhaal zich ontrolt als een reeks plotselinge gebeurtenissen die toch een natuurlijke chronologie kennen.

Merkx zet ook twee niet-professionele spelers in, met effect. Ze laat hen zijn wie ze zijn en creëert via de spelers om hen heen tumult. Daardoor blinken ze des te meer uit. Alsof het midden van het leven, de volwassen fase, vertolkt door de acteurs, een drukke carrousel is en wij alleen aan de randen, als we heel jong zijn of heel oud, in staat zijn ernaast te staan. Alsof we alleen dan iets kunnen met het fenomeen rust.

In taal, gedrag en uiterlijk zijn de volwassenen druk en onlogisch. Hun taal bestaat uit losse flarden, ze lopen in en uit, ze doffen zich op in glitters en glimstof. Het kind (op de première-avond de prachtige Maantje Piet Rot) en de oma (deze avond onverstoorbaar en raak neergezet door Katherine Youssefi) navigeren daar rustig en zwijgzaam tussendoor, hangen hun jas netjes op, dekken de tafel, poetsen hun tanden en lezen een boek. Het kind ziet alles en leert, de oma heeft het allemaal al gezien en houdt zich aan het ritme van de dag. Zo houdt hun rust alles draaiende. Het is avond, het wordt nacht en dan komt de ochtend. Je wordt wakker en ineens is het feest.

Foto: Kamerich & Budwilowitz – EYES2