Hij is in 2017 opgenomen in Alumni Walk of Fame van de TU Delft en vorig jaar werd er een standbeeld van hem onthuld in Capelle aan den IJssel, maar een monument in Groningen heeft ingenieur Johan van Veen niet. Toch is ‘de vader van het Deltaplan’ en ontwerper van de Eemshaven een echte Groninger. Hij werd in 1893 in Uithuizermeeden geboren. De Groninger theatergroep Peerd Theater richt met HAIM dat monument dan maar op.

Weliswaar niet met Van Veen als hoofdrolspeler, dat is de Eemshaven en zijn geschiedenis zelf, maar in een soort becommentariërende rol. Daar is wat voor te zeggen, want hij overleed in 1959, toen de eerste steen van de Eemshaven nog moest worden gelegd. Maar het heeft wel consequenties voor de voorstelling, die nu een krachtige verhaallijn mist. Het is ook jammer voor acteur Max Sietsema die als Van Veen nu noodgedwongen een wat fletse rol moet neerzetten, grotendeels achter glas vanuit een klein kamertje boven het speelvlak. Slechts een enkele keer mag hij die benauwde ruime verlaten.

De hoofdrollen in Haim zijn gereserveerd voor twee engelen, gespeeld door Roger Goudsmit en Janneke Jager. Zij gidsen ons door de geschiedenis van het gebied, waarmee Haim (Gronings voor erf maar de betekenis reikt verder) eerder een soort documentaire theatervoorstelling is geworden met liedjes en korte scènes dan een meeslepende muziektheatervoorstelling. Er worden te veel historische feitjes opgedist en er is te weinig tijd en ruimte genomen om die in een context te plaatsen.

Bij het begin van de voorstelling lijkt juist die context – wat betekent zo’n grote, nieuwe haven voor het gebied en zijn bewoners? – het belangrijkst. In het van grote zeecontainers gebouwde tijdelijke theater (een stoer ontwerp van Harm Naaijer) midden in de Eemshaven komen zeven betrokkenen aan het woord. Ze zijn geïnterviewd en hun bijdrages worden geprojecteerd op de achterwand. Zo horen en zien we onder andere een milieuactivist, een buitenlandse werknemer en een horeca-exploitant. Vooral voormalig havendirecteur Harm Post doet heerlijk gepeperde uitspraken, zoals hij dat in zijn tijd als voorman van Groningen Seaports ook graag mocht doen. Maar van al die verhalen keert welbeschouwd niets terug in de voorstelling.

Goudsmit en Jager ondertussen hebben de tijd van hun leven. Ze mogen van regisseur Kees Scholten helemaal los in al die scènes. Goudsmit ontpopt zich als een groot komisch talent als jongetje in de zandbak, in de weer met dijkjes, greppeltjes en geultjes, of als koningin Juliana die in 1973 een haven kwam openen. Jager mag vooral gloriëren in de liedjes, solo dan wel ondersteund door het koor. En dat doet ze voortreffelijk. Het muzikale idioom zit wel erg in het hoekje ‘beschaafd’ waar het industriële van de hele setting wat mij betreft ook best door had mogen klinken in de muziek. Iets meer stevig slagwerk en zware bassen wellicht.

Foto: Reyer Boxum