In haar nieuwste solo wil theatermaker Nhung Dam het met ons hebben over geluk. Een breed begrip: geluk is tenslotte voor iedereen iets anders. Voor haar vader was het de eerste loempiakraam van Groningen openen. Voor haarzelf, jaren later, het uitbrengen van haar eerste roman. Die verschijnt eind april bij De Bezige Bij.

Het gebeurt echter niet vaak dat het geluk zich bijna aan je opdringt. En als dat dan wel gebeurt, is er nog steeds een grote kans dat je het door je vingers laat glippen. Dat ontdekte Nhung Dam al op jonge leeftijd, in de jaren negentig, toen meedoen aan de Mini-playbackshow nog het hoogst haalbare geluk was. In ieder geval voor Dam, vertelt ze. Ze logeerde destijds bij vrienden van haar ouders, die op een avond Jacques d’Ancona te eten kregen. Aan de eettafel met een jurylid uit het programma van je dromen: de weg naar geluk lijkt haast geplaveid. Toch krijgt de kleine Dam de vraag niet over haar lippen; en verlaat d’Ancona later nietsvermoedend het huis, een inmiddels als Celine Dion verkleedde Dam achterlatend.

In een aanstekelijk relaas (dat ze samen met Koos Terpstra maakte) van ruim een half uur neemt Dam ons mee van haar kinderjaren, via haar pubertijd naar haar leven als (jong)volwassene. Meermaals benadrukt ze de onzekerheden die ze had als kind om haar uiterlijk. Inmiddels ziet ze er de humor maar van in. ‘Wil je iets maken wat ertoe doet, dan moet je jezelf belachelijk maken’, leerde een vriend haar later.

In losse anekdotes, observaties, en gedachtegangen grasduint Dam door haar eigen leven, tot aan het moment waarop ze op het punt staat te debuteren als romanschrijver. Haar verhaal is vermakelijk maar volstrekt ongevaarlijk. Ook verliest ze bij vlagen haar thematiek te veel uit het oog, waardoor het wat diffuus wordt welk verhaal Dam ons wil vertellen. Maar met haar persoonlijke insteek, haar licht-humoristische toon en de intieme setting weet ze haar publiek toch voor zich te winnen.

Foto: Stephan Vanfleteren