Voorafgaand aan de trailervoorstelling GTA5 (15+) kunnen jongeren de gelijknamige game spelen. ‘Michael died’, staat te lezen op het tv-scherm. De jongen met de controller in de hand verontschuldigt zich dat hij heeft verloren: ‘Ik heb dit spel nog nooit gespeeld!’ Hij is een van de weinigen want GTA, afkorting van Grand Theft Auto, staat in de top drie van meest populaire games. Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck zijn minder enthousiast over de virtuele mannen die auto’s stelen, in het rond schieten, sterven en dan gewoon weer opstaan.

De voorstelling in de wat benauwende trailer stampvol jongerenpubliek op houten banken begint een beetje moralistisch. Op de brede achterwand van het podium zijn twee doorsnedes van auto’s bevestigd waaruit de acteurs tevoorschijn komen. Lotte Driessen, Benjamin Moen en Matthijs IJgosse imiteren naadloos de galmende stemmen en mechanische bewegingen van de virtuele figuren en stappen daarna abrupt uit hun rol. Dit is geen game, zo houden zij de jongeren voor. In de realiteit heb je maar één leven en ben je gewoon morsdood als iemand je neerschiet.

Joachim Robbrecht schreef een intelligent stuk over het echte en het fictieve leven, over de grenzen daartussen en hoe die kunnen vervagen. Over hoe gevaarlijk het kan zijn als je niet meer in de gaten hebt dat een gewelddadige game fictie is en je niet langer het verschil ziet met een realistische oorlog. Speel jij het spel of speelt het spel jou, en kun je niet meer stoppen? Dit eerste deel van de voorstelling zal ouders misschien meer aanspreken dan jongeren, maar langzamerhand krijgen de acteurs de jongeren in hun greep.

Sommige scènes spelen ze een op een. ‘Ik vind je een lekker ding’, krijgt een meisje op de voorste rij te horen. Daarna volgt een fantasie over een ritje in een witte cabrio die tot hilariteit van de jongeren eindigt in een seksscène op het dak van een parkeergarage. Ze hebben het over de wens extreme sensaties te ervaren terwijl het alledaagse leven vaak grijs en grauw is. Over hoe aantrekkelijk het kan zijn om in iemand anders te veranderen, zonder pukkels en een beugel, met een avontuurlijk leven. Fantaseren is gezond, maar je moet er niet in blijven steken, zo luidt de moraal.

De acteurs switchen razendsnel heen en weer tussen hun rol als gamefiguren en als mensen van vlees en bloed. Soms roepen ze weerstand op met hun didactische preken maar even later winden ze de jongeren weer om hun vinger met een knappe imitatie, snelle grap of rake opmerking. Ze spreken hun taal, imponeren met hun speltechniek en brengen hun boodschap met relativerende humor. In plaats van gamen kun je ook de tuin omspitten, harp spelen of je moeder helpen met de boodschappen. De trailervoorstelling laat zien dat moralisme verfrissend kan zijn voor jongeren.

Foto: Sanne Peper