In het gangpad ligt bij aanvang een jongen in de weg. Op het voortoneel is het instrumentarium van de musicus uitgestald. Het lijkt wel de uitrusting van de complete hoorspelkern. Een acteur en een actrice wandelen bij aanvang met stoelen door een van links naar rechts bewegende deuropening.

Zo begint Gruwel, een voorstelling van Gienke Deuten bij Feikes Huis. De meneer met de snor en de mevrouw met het strakke gezicht zetten hun stoelen op merktekens op de vloer van een kamer. Wat ze denken, waar we zijn, hoe hun stemming is en waarom ze doen wat ze doen, het wordt in teksten op de wanden van de kamer geprojecteerd. Zo eten ze vis om zich de zee te herinneren. Ze krijgen bezoek maar negeren dat. De man leest de krant maar de krant gaat er met zijn lezen vandoor. Of omgekeerd. De vrouw heeft met name goede herinneringen aan haar derde miskraam. Dat klinkt behoorlijk maf. Maar het kan maffer. De jongen die bij aanvang in de weg lag en die de tergende bezoeker speelt die het echtpaar (?) liever kwijt dan rijk is, heeft een briefje gevonden waarvan hij denkt dat het van een van ons, van een toeschouwer is. Als voorlezen niet helpt komt hij met een rijmzang waarin het alfabet wordt afgewerkt om een opsomming te doen over de gruwelijke dood van zesentwintig kinderen. Zo werken wij ons door een woud van associaties.

Dat rijm over die dode kinderen is overigens ontleend aan de grote inspiratiebron voor Gruwel, de Amerikaanse schrijver en tekenaar Edward Gorey, die ik eigenlijk alleen van horen zeggen ken, via het werk van filmer en illustrator Tim Burton. De ondertitel van deze een uur durende vertoning luidt ‘een bemoedigend schouwspel’ en zelfs als dat ironisch is bedoeld, wat ik vermoed, blijft ook dat een raadsel. Zoals het geheel voor mij bleef steken (hangen is misschien een beter woord) in quasilugubere taferelen en een nogal bedoelerige griezeligheid. Ik had, om kort te gaan, geen begin van een idee waar ik naar zat te kijken.

Nu is dat inderdaad geen dwingende voorwaarde voor kijken. Maar iets van een sleutel tot het ordenen van de losse kijkervaringen helpt wel. Zo’n sleutel ontbreekt hier. Ik heb voornamelijk een hoop ongetwijfeld poëtisch bedoelde geheimzinnigheden achter elkaar gemonteerd gezien, die mijn denken noch mijn zintuigen in beweging kregen.

Het was kerstavond. En dat hielp ook al niet. Eenmaal weer buiten was ik alles in één grote zwiep van een overwaaiend koufront weer vergeten.

Foto: Saris den Engelsman

[sterren toegekend door de redactie]