Achtenveertig witte zwanen roteren sereen om hun as, balancerend op de toppen van hun spitzen. Hun golvende armen creëren een bijna Escher-achtig geometrisch patroon. De witte waas wanneer de zwanen versnellen geeft een duizelingwekkend effect. De witte aktes in Het Grootste Zwanenmeer ter Wereld zijn zonder twijfel de meest ontroerende en indrukwekkende aktes uit dit ballet van Derek Deane. Maar behalve ontroering roepen die aktes ook onbehagen op.

Deane maakte eerder een arena-versie van dit ballet, waarbij toeschouwers rondom het podium plaatsnamen en de zwanen van alle kanten konden bewonderen. Voor de Nederlandse theaters bewerkte hij het stuk tot een theaterversie, die hij instudeerde met het Shanghai Ballet. Zijn maar liefst achtenveertig koppen tellende corps de ballet krijgt gezelschap van eerste solisten Matthew Golding (gastsolist, The Royal Ballet) en Ksenia Ryzhkova (gastsolist, Bayerisches Staatsballet). Zij leveren inlevende interpretaties van respectievelijk Prins Siegfried en de dubbelrol van Odette en Odile.

In het ballet ligt het lot van Odette, zoals het een ware damsel in distress betaamt, in handen van twee mannen. De boze tovenaar Rothbart verandert Odette en haar gevolg in zwanen. De betovering kan alleen verbroken worden wanneer een jongen trouwt met het meisje. Maar welke man wil er nu trouwen met een zwaan? Nou, prins Siegfried dus.

Golding geeft diepte aan Siegfried, die enerzijds de arrogante prins uithangt en de meisjes checkt op het bal, maar zodra hij Odette ontmoet verandert in een zorgzame jongen met een diepe liefde voor de zwanenkoningin. Ryzhkova is een serene, zekere Odette die sterk maar toch ook breekbaar invloed probeert uit te oefenen op haar lot. Maar in het slotgevecht zijn haar grand jetés enkel een wapen dat Rothbart en Siegfried gebruiken om elkaar aan te vallen, door Odette te liften terwijl ze haar benen spreidt in de richting van de ander. Deane koos daarmee voor een interpretatie waarbij de kracht van Odette enkel betekenis krijgt in relatie tot de mannen om haar heen, en dat is jammer.

De hoofdrol van dit ballet is weggelegd voor het corps, dat het ideaalbeeld van de vederlichte, pure en verheven balletdanseres tot in elke vingerbeweging nastreeft. Het corps doet haar naam eer aan, doordat de synchroniteit tot in perfectie is doorgevoerd. Dit is een vijf sterren-performance, maar wel een waar een hele grote, ongemakkelijke ‘maar’ aan kleeft. Samen met de witte tutu’s, de witte hoofdbanden en de uitdrukkingsloze gezichten is dit uniformiteit ten top, waarin geen ruimte is voor afwijkingen. De achtenveertig zwanen lijken geen persoonlijkheid of eigenheid te hebben. 

De enige zwaan die afwijkt is de slechte zwaan: Odile, die sexy en koket Prins Siegfried probeert af te troggelen van Odette. In dit sprookje is geen ruimte voor een werkelijkheid met allerlei verschillende lichamen, identiteiten en idealen. De mythe van witte, onschuldige balletdanseressen wordt hier tot in perfectie in stand gehouden.

Het Zwanenmeer lijkt misschien een sprookje, fictie. Maar het heeft zoveel invloed op de werkelijkheid, waarin pas heel recent een klein beetje ruimte is gekomen voor gespierde danseressen en danseressen met een andere huidskleur. Deane creëerde geweldige witte aktes waar voor afwijking of eigenheid geen ruimte is. Waar vrouwen afhankelijk zijn van de man. Mag de werkelijkheid niet bestaan in zijn sprookjes?