Schenk een halve liter van de meest briljante woordgrappen van Herman Finkers in een kom, voeg daar van het zelfde humorgenre twee eetlepels van de meest flauwe, voorspelbare vondsten van Seth Gaaikema aan toe, aangevuld met twee theelepels showgevoel van Toon Hermans en een theelepel van dat gevoel van Lee Towers. Bind de saus vervolgens met een half kopje muzikaliteit en een flinke scheut innemende onhandigheid. Et voilà, dan hebben we een beeld van Ronald Snijders.

Oh ja, om de Snijders-saus helemaal op smaak te brengen mag u zeker een snufje ironische arrogantie niet vergeten. Groot Succes 2 van Ronald Snijders is in de vorm gegoten van de aankondiging van en voorbereiding op het vervolg van de show Groot Succes, die echter nooit in het theater te zien is geweest. Het publiek heeft eerder wel echt kunnen genieten van One Man Show en Welke Show van Snijders.

Alleen al het feit dat de Grote Ronald heeft aangegeven weer in het theater te verschijnen, brengt de befaamde driehoek van politie, Openbaar Ministerie en Burgemeester in staat van paraatheid, gezien de logistieke problemen die dat in het land zal opleveren. Snijders begint zijn show met een persconferentie, waarin niet alleen zijn nieuwe show, maar ook de consternatie op station Duivendrecht wordt besproken. Dat laatste item zal aan het slot van de avond op bijzondere wijze terugkomen. Ja, Snijders heeft met regisseur Titus Tiel Groenstege en ‘conceptadviseur’ (dat woord staat zonder ironie in het persbericht) Niels van der Laan mensen in huis gehaald die weten hoe je een show moet opbouwen en hoe je moet voorkomen dat alleen losse brokken de zaal in worden gegooid.

Binnen dat raamwerk kan Snijders toch nog alle kanten opvliegen. Het weggeven van enkele grapjes in een recensie maakt in het geval van Snijders niet veel uit, want in vrijwel elke zin die uit zijn mond komt zit er wel een, ook al zijn ze lang niet allemaal even geslaagd (zie opmerking over Seth Gaaikema). Hij leert zijn publiek kennen in een voorstelronde (‘Ja, wat stelt u voor?’), leest het hoofdstuk Herfst voor (natuurlijk op losse blaadjes) uit een bundel van een voor het publiek onbekende komiek, verzint betekenissen van officieel erkende nieuwe woorden, en maakt ook een lijstje van de woorden die de status van nieuw woord niet gehaald hebben, laat ons kennismaken met een nieuwe vorm van schaatsen, jat ondertussen een grapje van Herman van Veen, leest gedichten voor (‘En dat noemt zich serieverkrachter’), voert een maf dansje uit en treitert het publiek op buitengewoon geestige wijze met twee opmerkelijke muziekstukken.

Snijders verwart zijn publiek net zoals hij dat met zijn eigen haardos heeft gedaan. En zo loop je de zaal uit met de vraag of het nou heel leuk, gewoon leuk of té melig was. Maar hij nodigt ook tot creativiteit uit, want probeer eens woorden te verzinnen in de categorie van castratenmaker.

Foto: Jaap Reedijk