Tot aan de horizon lopen liniaalrechte voren over de kleigrond in het Noord-Hollandse Oterleek. Dit is het akkerbouwbedrijf voor aardappelen van Lex Visser en zijn vrouw Conny. Wij theaterbezoekers krijgen hier een gastvrij onthaal. Karavaan Festival koos deze locatie voor het culinaire muziektheater Grondproeven 3 van chef-kok en theatermaker Titia Bouwmeester. 

Evenals in Grondproeven (2021) en Grondproeven 2 (2022) zoomt Grondproeven 3 in op de perikelen van het hedendaagse boerenbestaan in combinatie met een 3-gangen menu met groente van het land waarop we ons bevinden. Acteur Rogier Schippers zit bij de openingsscène op een blauw bankje in het land. Achter hem dat bijna hallucinerend geploegde land met die rechte lijnen. Hij begint zoals het hoort bij het boerenleven: over zijn grootvader die in 1924 hier, op deze plek, zijn bedrijf begon. Intussen is het bedrijf enorm uitgebreid.

Mooie teksten van Schippers, zoals deze: ‘Deze grond, dat voelt als een wortel waar je aan vast zit. Dat laat niet los.’ Het zijn de woorden van akkerbouwer Lex Visser zelf. Terwijl Schippers in zijn tekst de verbondenheid tussen boer en grond benadrukt loopt achter hem, secuur stappend over de voren, een jonge vrouw: ze heeft haar kantoorbaan bij een groene bank opgezegd en keert terug naar haar geboortegrond. Op de boerderij van haar ouders wil ze biologisch gaan boeren, de grond duurzaam bewerken, geen kunstmest toevoegen. Zelfs het beregenen leidt tot dilemma’s. En haar vader moet ook aan zijn opvolging gaan denken.

Deze vrouw is dochter Annemijn, vertolkt door Anne Fé de Boer. In de aardappelschuur, met een reusachtige achterwand vol kisten, speelt het tweede deel van de voorstelling zich af, evenals het diner met onder meer rode-ui aardappelsoep, gerookte regenboogpeen, mosterdkaviaar en rabarbersiroop.

Met muzikale begeleiding door koperblazers en een performance door Danielle van Vree (tevens de auteur van het script) ontwikkelt zich een zeer getemperd gehouden generatieconflict tussen vader en dochter. Haar idealisme voor een toekomstbestendige wereld botst op zijn ‘gangbare’ manier van boeren, inclusief het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Hij verbouwt het land zoals de generaties dat voor hem deden: aardappelen, bieten, graan, jaarlijks met elkaar afgewisseld. Af en toe een perceeltje uien. En ’s winters de grond zwart maken, omploegen dus, en geen spatje onkruid. Het land moet er ‘keurig’ bij liggen.

De verbondenheid tussen boer en grond en het generatieconflict over gangbaar versus modern boeren waren ook al inzet in de eerdere edities van Grondproeven, dus echt gloednieuw is de thematiek niet. Evenals eerder is de fijne muziek naar compositie van Ben van Bueren nu eens dreigend en grommend, dan opzwepend of speels. De tekst is geschreven naar aanleiding van interviews met boeren, inclusief Lex Visser zelf. Het was zijn grootvader die in 1924 begon, hier in Oterleek.

Performer Danielle de Vree vertolkt de grond, ze is gekleed in het goudbruin van de aarde naar kostuumontwerp van Jookje Zweedijk. De grond als personage is een goede keuze, bijna surrealistisch: ze zingzegt over de uitputting die haar bedreigt, de droogte die haar rug doet krommen en haar huid doet barsten, over de mens die maar voortjaagt terwijl grond rust en aandacht nodig heeft. ‘Kijk naar mij’, zegt ze tegen Annemijn, ‘groet elke ochtend elke korrel waaruit ik besta.’

Het lijkt misschien eenvoudig, biologisch boeren, je zaait, laat de natuur haar gang gaan. Maar onkruid woekert, ongedierte bedreigt het gewas, een regenbui doet de spinazieplantjes wegspoelen. Luis kruipt in de erwten. Annemijn is naarmate de voorstelling vordert de wanhoop nabij. Dan vindt er geleidelijk een mooie omkering plaats, een soort transitie van de boerenziel: ook de boer zelf, Annemijns vader, ziet in dat haar inzet vruchten afwerpt. Na zeven jaar hard werken is de bodem gaan floreren. De leeuwerik is teruggekeerd boven het veld.

Grondproeven 3 drijft de controversen in het boerenbestaan beslist niet op de spits, er is geen pasklaar antwoord. Dat is terecht, de complexiteit is te groot. De dialogen tussen vader en dochter zijn allesbehalve heftig, eerder op bijna ontroerende wijze wederzijds begripsvol. Na afloop besef je dat liefde voor akkerbouw de leidraad is en daarbij hoort toewijding aan de grond. Daarmee begint alles.

Foto: Marcel Molle