Twee jongens zitten voor een groot beeldscherm te gamen, als moeder het gehang zat is en hun controllers afpakt. In plaats daarvan geeft ze hen een gezonde appel. Maar wat heb je nou aan een appel? Ze smijten het ding door het beeldscherm, dat uiteenspat in geometrische figuren en dan vervormt tot een sprookjesomgeving, met als leidende figuren een heks en de boze wolf. Ziedaar het startschot voor de virtuoze jeugdvoorstelling Grimm.

De giftige appel van Sneeuwwitje vormt de rode draad in Grimm, een coproductie van ISH Dance Collective en de Junior Company van Het Nationale Ballet. De gezelschappen werkten al eerder samen in de geslaagde jeugdvoorstelling Narnia en gaan er opnieuw vol tegenaan. Choreografen Ernst Meisner van de Junior Company en Marco Gerris van ISH hebben tweeëntwintig dansers tot hun beschikking.

Daarvan levert het Nationale Ballet de klassiek geschoolde dansers en ISH de hiphoppers en breakdancers. Een fascinerende combinatie die dankzij de uitgekiende choreografie heel goed werkt. Zo zetten balletdanser Nicholas Landon en breakdancer Thomas Krikken de jongens Will en Jack neer, die het sprookje starten door de appel door het beeldscherm te gooien. Landon is de typische balletdanser: gracieus, recht, met lichaamstaal die de hoogte opzoekt. Krikken is de geaarde breakdancer, een Bboy met brede, snelle gebaren.

In Grimm stuiten de twee jongens op een door elkaar geklutste reeks van sprookjesfiguren zoals Roodkapje, Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen, Doornroosje, Hans (van Grietje), Rapunzel en Assepoester, gecombineerd met prinsen, prinsessen, koks en knechtjes. De ‘gewone jongen’ Jack wordt verliefd op sprookjesfiguur Assepoester, maar het is nog een hele toer om haar te versieren. De personages leveren een bijdrage aan verhalende dansen en balletten, solo’s en duetten. Alle verhalende elementen zijn omgezet in dans, zoals we dat kennen van klassiek ballet.

Het decor (Aitor Biedma) is geraffineerd in zijn eenvoud en doeltreffendheid. De achterwand is een enorm stoffen projectscherm met verborgen doorgangen erin; ervoor staat een groot blok met hetzelfde soort doorgangen. Door projecties daarop verandert de omgeving van een bos in een kasteel in een keuken, geregeld met fraaie 3D-effecten erin. Het blok op de voorgrond kan een beeldscherm zijn, een rotsblok, een kasteeltrap.

Sprookjesthema’s die leunen op het echte leven passeren de revue: goed en kwaad, verliefdheid, jaloezie, concurrentie en kameraadschap. De Boze Wolf en de stiefmoeder annex Boze Heks uit Sneeuwwitje zijn de drijvende krachten achter het kwaad. De goeddeels synchroon dansende Zeven Dwergen zijn de terugkerende komische noot, een voortdurende bron van vermaak. Alle personages krijgen een stukje giftig appel te eten, waardoor ze veranderen van goede mensen in slechteriken.  Pas wanneer ze dat stukje appel uitspugen, worden ze weer zichzelf.

Zeer op haar plaats is ISH-coryfee Sarada Sarita Keilman als de heks. Keilman heeft zich toegelegd op de actuele dansstijlen waacking en voguing. Met haar onwaarschijnlijk lenige lichaam zet ze een overtuigend enge heks neer. Experimental dancer Gil Gomes Leal is als de Wolf zowel expressief als geestig. Zijn aalgladde dansen matchen mooi met de klassieke balletdansers om hem heen.

Opvallend element is de acrobatische tissue act van Micka Karlsson als Rapunzel. De twee vanuit de toneeltoren hangende doeken waaraan ze haar act uitvoert, symboliseren zowel de toren waarin ze is opgesloten als het lange haar waarin haar prins moet klimmen. Raquel Tijsterman van ISH zet de boel op zijn kop als Assepoester die op zilveren sneakers aanstekelijk salsa danst op latin muziek. De sterke Dietrich Pott toont aan hoe breakdance is uitgegroeid van een straatspel tot een professionele discipline.

Choreografen en dansstijlen beïnvloeden en inspireren elkaar voortdurend in Grimm. De technische klassieke dans vormt een intrigerende combinatie met de vrolijke hiphop. Een voorstelling met een grote glimlach.

Foto: Michel Schnater