De grootmoeder van acteur en regisseur Greg Nottrot heeft lang een geheim met zich meegedragen, een verhaal dat ze niet vertelde, maar dat haar kinderen en kleinkinderen hebben ontdekt. Ze leeft nog, is 90, ze lijdt aan dementie. Op een keer fluisterde ze de naam ‘Heinrich’, telkens weer. ‘Wie is Heinrich?’, vroeg de familie zich af. Totdat een doos werd ontdekt, in haar lege huis, verborgen achter schoenen met hoge hakken.

In de doos vonden ze foto’s en liefdesbrieven van deze Heinrich, een Duitse soldaat van de Wehrmacht van wie ze op Utrecht Centraal op 8 juli 1944 afscheid nam. Hij moest naar het front in Normandië, en sneuvelde. De voorstelling van Nottrot bij het Nieuw Utrechts Toneel, geregisseerd door Daniël van Klaveren, heet toepasselijk Graven. Het verhaal dat niet verteld wil worden.

Omdat grootmoeder een begaafd pianiste was, begeleidt klassiek pianiste Maxime Snaterse de voorstelling met werk van Couperin, Ravel, Debussy, Scriabin en Ravel. Deze vorm als huiskamerconcert met Nottrot als verteller is een schitterende keuze.

Oma was destijds even oud als de jonge pianiste nu, en stel je dan voor dat zij verliefd werd op de vijand, lid van de NSB geweest zou zijn en een ‘moffenhoer’ werd genoemd na de oorlog. Nu, met Snaterse als personificatie van oma, is dat even huiveringwekkend als onvoorstelbaar. En toch was het zo. Het spel van Snaterse, cum laude afgestudeerd aan het ArtEZ Conservatorium in Zwolle, is de ideale begeleiding in deze muziektheatervoorstelling.

Nottrot vertelt het verhaal in drie delen: de ontdekking, de vragen die het beladen verleden oproept en de ethiek van deze voorstelling. Mag hij de gepassioneerde liefdesbrieven van Heinrich aan haar voorlezen, schendt hij daarmee niet het briefgeheim? Is zijn grootmoeder schuldig? Deze vorm van vertellend documentair theater met een even persoonlijke als maatschappelijke betrokkenheid maakt diepe indruk.

Prachtig is scène waarop Nottrot de dementie vergelijkt met een ‘zaklamp die de diepste donkerste plekken van het geheugen doet oplichten’,  juist daar waar dit verhaal zich schuilhoudt. Heinrich speelde dwarsfluit, fagot en klarinet en was musicoloog. Voor de oorlog zat grootmoeder op een Duitse school, waar zij muziekonderwijs kreeg. Ze was, zoals ze zelf zei, ‘altijd al pro-Duits geweest’.  Het is geen wonder dat het tweetal elkaar vond in de liefde voor de muziek.

En de keuze voor het Berlijnplein als speelplek met de stationsoverkapping uit 1893 is sterk: onder diezelfde sierlijke constructie nam het tweetal van elkaar afscheid, naar bleek voorgoed. Daar viel hun laatste minuut.

Graven is meer dan dit ene verhaal. De voorstelling gaat ook over het maken zelf. Ook Nottrots vader verdiept zich in het complexe familieverleden en schrijft er een boek over. Geleidelijk komen die twee lijnen van boek en voorstelling samen. Tegen het slot reizen vader en zoon samen naar Normandië om het soldatengraf van Heinrich te bezoeken. Onderweg hebben ze gesprekken over oma. Zoon vraagt aan vader: ‘Was zij  onschuldig voordat je ging graven?’ Op deze manier bouwt Nottrot op ingenieuze wijze de voorstelling op, door de feiten én de reflectie daarop voortdurend met elkaar te confronteren. Dit laveren tussen fout en goed, schuld en onschuld, waarheid en reflectie maakt Graven tot een intrigerende uitvoering, die ook bij het publiek – dat Nottrot erbij betrekt – belangwekkende vragen oproept.

Afgezien van de fysieke voorstelling, waarbij een diner geserveerd wordt van kok Daniël Lansbergen, is er ook het virtuele randprogramma Monument voor een monument van één minuut waaraan bezoekers kunnen meebouwen. Ontwerper Floor Leene wil met dit monument bereiken ‘dat we de waarheid in de ogen kunnen kijken en kunnen zeggen: dit moment, deze minuut, goed of fout is er geweest. Deze geschiedenis bestaat.’

Foto: Bart Grietens