M-Lab noemt zichzelf een laboratorium voor muziektheater. Doelstelling is het ontwikkelen van nieuw Nederlands muziektheaterrepertoire, uitvalsbasis is Amsterdam-Noord. Een plek voor kleine low-profile voorstellingen, met kleine casts en minimale middelen. Zou je denken. Maar het productiehuis presenteert nu de musical Grand Hotel, een voorstelling van formaat, met dito cast, gespeeld op locatie in vijfsterrenhotel The Grand.

Een betere plek voor dit stuk is ondenkbaar. Vanaf het moment dat je The Grand binnenloopt, lijkt er door de knipmessende hotelbedienden al een toneelstuk te worden opgevoerd. De voorstelling wordt gespeeld in de Aldermans Kamer, een majestueuze ruimte met aan de ene kant een imposante tafel en aan de andere een klein podium. Geen echte theaterzaal en slechts geschikt voor zo’n honderd mensen. Hier speelt het achttienkoppige gezelschap een Nederlandstalige versie van de Broadwaymusical Grand Hotel uit 1989, waarin het reilen en zeilen in een chique Berlijns hotel anno 1929 wordt verbeeld.

Het plot bestaat uit allerlei lijntjes van hotelgasten en –personeel die ingenieus aan elkaar zijn geknoopt. Rijke stinkerds die eigenlijk toch niet zo rijk zijn als ze lijken, arme poetsmeisjes die barsten van jaloezie, een typiste die filmster wil worden en een boekhouder die met zijn zuurverdiende geld nog een keer van het volle leven wil genieten.

De twee mooiste personages zijn een jonge, verkwistende, door het leven fladderende baron en een twintig jaar oudere prima ballerina die aan het einde van haar carrière staat. Tussen de flierefluiter en de versleten podiumkunstenares ontstaat onverwacht een oprechte romance. De intieme en ontroerende scène waarin hun wederzijdse twijfel en verrukking hand in hand gaan, doet Grand Hotel ver boven de musicalmiddelmaat uitstijgen. Trudi Klever maakt een groots musicaldebuut als de harde en toch breekbare ballerina, die met haar ietwat rauwe stem aan Liesbeth List doet denken. Jamai Loman in de rol van baron toont dat je in musicals niet alleen maar hoeft te belten maar ook kwetsbaar en intiem mag spelen. Vooral Ad Knippels in de rol van Otto de boekhouder geeft op verrassende wijze gestalte aan die kwetsbaarheid en verrast bovendien met zijn talent voor slapstick.

Regisseur Ursul de Geer maakt optimaal gebruik van de beperkte ruimte door de scènes ook achter en naast het publiek te laten plaatsvinden. Het stijve premièrepubliek (in galakostuum) heeft daar wat moeite mee, maar deze aanpak vergroot de dynamiek van de voorstelling enorm. Het sterke ensemble zingt aanstekelijk (en grotendeels goed verstaanbaar) en voert de slimme choreografieën fris en doeltreffend uit.

Heeft Grand Hotel dan helemaal geen minpunten? Natuurlijk wel. Zo spelen enkele acteurs tenenkrommend vlak, is de uitspraak van de ij’s en e’s soms onverdraaglijk en is de dreiging van de Tweede Wereldoorlog te eendimensionaal en nadrukkelijk aanwezig. Maar dat alles doet niet veel af aan het feit dat Grand Hotel een heerlijk onderhoudende totaalervaring is, een grootse musical in handzaam miniformaat.

(foto: Bob Bronshoff)