Hoe moeilijk is het om een goede komedie te schrijven? Behoorlijk moeilijk, denk je na het zien van Gouwe ouwe. Aan de actrices ligt het niet: met Ingeborg Elzevier, Carry Tefsen en Trudy Labij staat er anderhalve eeuw ervaring op het podium.

Voor het donkerrode gordijn van de Leidse Schouwburg verschijnt Annetje (Trudy Labij) in mooi contrasterend turquoise. Ze komt met nog twee anderen solliciteren bij Gourmet Oase, een restaurant in financiële nood. De jonge manager Bastiaan de Jong (Jelle Mensink) hoopt te kunnen bezuinigen door gesubsidieerde oudere werknemers aan te nemen. Twee sollicitantes hebben als extra voordeel dat hun gezichten bekend zijn van een overheidscampagne om bejaarden aan werk te helpen.

Annetje en Coby (Carry Tefsen) worden aangenomen in het restaurant. Beatrijs (Ingeborg Elzevier) krijgt de rol van mystery guest die als anonieme klant moet rapporteren over de kwaliteit van de service. Elzevier maakt er een mooi Miss Marple-nummertje van.

De manager wil efficiëntie, de dames willen gezelligheid en kwaliteit, maar toch vinden ze elkaar. De problemen zijn groot, maar uiteindelijk lost Bastiaan alles op met een ander talent, dat wel geld oplevert.

Nederland is goed in humor, met een rijke traditie in cabaret en satire. Geestige tv-filmpjes gaan met veel succes de wereld over. Jammer dat het theater daarbij achterblijft. Schrijver Philip Walkate bedacht geheel volgens de conventies drie contrasterende dames: een deftige (Elzevier), een volkse (Tefsen) en een zwevende (Labij). Hij haalt van alles van stal: bankproblemen, vervalste handtekeningen, seks op gevorderde leeftijd en met een leeftijdskloof, kleptomanie, standsverschil, internetoplichterij, alcoholisme en misbruik van vertrouwelijke informatie. Walkate bouwt natuurlijk de obligate misverstanden in, maar het stuk wil maar geen geheel of dijenkletser worden. Gouwe ouwe blijft een slap soepje van themaatjes zonder rode lijn en een overtuigend einde.

Regisseur Ingnace Cornelissen had het beter kunnen stroomlijnen. Het stuk zou ook nog een aanklacht moeten zijn tegen het gebrek aan kansen voor ouderen, maar met dit stuk sla je geen barst in het grijze plafond.

Walkate maakt zijn personages niet geloofwaardig, maar ook niet lekker overdreven. Intussen pakken de actrices de kansen die ze in de tekst vinden. Elzevier is lekker bekakt, ook met een glas op. Tefsen is aandoenlijk in haar worsteling met het leven en Labij schermt grappig met Confucius, ademhalingsoefeningen en droge hoofdhuidschilfertjes. Mensink handhaaft zich goed en kan op zijn handen lopen, ook al geeft het stuk daar geen enkele aanleiding toe.

Intussen is het een goed initiatief van Hummelinck Stuurman Theaterbureau om de drie comédiennes weer een podium te geven. De stukken liggen niet voor het oprapen, dus die moet je zelf laten maken. Vorig jaar speelden Elzevier en Labij met Gerrie van der Kleij in Vrouwen van later, net zo’n initiatief. Kennelijk blijft er vraag naar feelgoodtheater met gelouterde actrices. Maar wie schrijft voor hen het stuk dat ze verdienen? Maria Goos?

Foto: Ben van Duin