‘In elk eeuwenoud epos, zoals Gilgamesh, zitten welbewust leegtes. Die leegtes zijn er voor latere generaties om hun eigen ideeën en gedachten een plek te geven’: ongeveer met deze woorden begint de voorstelling Gilgamesh, een coproductie van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) uit Brussel, Platform 0090 en regisseur Mesut Arslan.

De oorsprong van het epos ligt ca. 2100 v.Chr. in het Sumer, de vroegste menselijke beschaving van 4000 v.Chr. in het zuidelijke deel van Mesopotamië. Samen met archeoloog Mesut Alp creëert de regie een wonderbaarlijke voorstelling, ongrijpbaar, associatief, poëtisch en beeldend. Gilgamesh zelf is de grootste koning op aarde, voor tweederde god en eenderde mens. Hij regeert over de stad Uruk.

Zijn onderdanen vinden hem te hardvochtig, vandaar dat de goden hem allerlei beproevingen opleggen. Hij moet strijden tegen monsters als de hemelstier, tegen de wildeman Enikdoe en tegen Humbaba, de demonische beschermer van het cederwoud. Gilgamesh doorstaat elke beproeving en Enikdoe wordt zelfs zijn vriend. De voorstelling wordt gebracht door Daphne Agten en Layla Önlen, die alle personages vertolken: Gilgamesh zelf, zijn moeder, Enikdoe en veel meer. Ze zijn gehuld in voluptueuze kostuums, als een soort oermoeders of oergodinnen. In de openingsscène daalt de moeder (Önlen) aan een koord af naar de aarde en ze verhaalt over het epos. We bevinden ons in een witte kubus, geplaatst op het podium van de Stadsschouwburg. De taal is rijk en prachtig, vol verwijzingen naar eeuwigheid, heldendom, sterfelijkheid en onsterfelijkheid.

Gilgamesh zelf ligt op de grond, gehuld in plastic. Met behulp van de toeschouwers –  telkens wordt hen gevraagd deel te nemen aan de handeling – wordt Gilgamesh opgetild en daar staat hij, de grootste koning aller tijden, maar tegelijk ook een verwend kind. Hij laat zich rondrijden bovenop kubusvormige karretjes van plastic. Het publiek duwt hem voort. Er is niet echt sprake van een dramatische handeling, er is vooral sprake van een multidisciplinaire theatervorm waarin performance, beeldende kunst en literatuur elkaar raken. Zo wordt toeschouwers verzocht lange repen plastic tussen hen in te spannen, zodat ze speelruimte scheppen voor Agten en Önlen. Als zij aan het plastic gaan trekken, dan moeten de toeschouwers wel meebewegen, en zo ben je als bezoeker deelnemer aan de voorstelling. Spannend is de strijd tussen Gilgamesh en zijn verklaarde vijand Enikdoe, die de wildernis prefereert boven de beschaving. Uiteindelijk overwint Gilgamesh en sluit hij Enikdoe in zijn armen als een vriend en medestander. Zij trekken op tegen het cederwoud en hakken alle bomen om, als teken van overwinning.

De roots van regisseur Arslan en archeoloog Alp liggen in het Nabije Oosten. De beeldtaal waarmee zij werken is denk ik ongekend in het Westen. Zo transformeren de plastic doeken waarmee ze werken van sluier tot doodskleed. Hilarisch is de scène waarin Gilgamesh zich opsluit in een van de doorzichtige hokjes en het publiek gevraagd wordt de wanden daarvan te reinigen met schoonmaakmiddelen. In die kubussen bevinden zich de hele tijd twee mannen, in elke kubus een, die onophoudelijk in hun mobiele telefoon praten. Het tweetal blijkt verslag te doen van de voorstelling op Twitter. Zij zijn ook de bedenkers van het concept, Arslan en Alp dus. Zo wordt de leegte waarvan sprake is in het begin met hedendaagse technologieën opgevuld. Werd het oorspronkelijke epos op kleitabletten geschreven, nu is Twitter het nieuwe kleitablet.

Aan het slot overwint de sterfelijkheid het van Gilgamesh’ verlangen naar onsterfelijkheid. De beide hoofdfiguren verdwijnen onder het plastic dat de toeschouwers liefdevol over hen heen draperen. De complexiteit van de voorstelling eist veel van het publiek. Niet alleen qua tekst van het oorspronkelijke epos, ook in de theatrale beeldtaal en expressie. Een lichtvoetig element is de wijze waarop door Daphne Agten en Layla Önlen het publiek gevraagd wordt deel te nemen; ze doen dat charmant en humoristisch. Zo is deze Gilgamesh een inspirerende kennismaking met het vroegste literaire werk uit de geschiedenis en laat de voorstelling zien hoe je nu met dit oermateriaal kunt omspringen.

Foto: Danny Willems