Wat is mannelijk, wat is vrouwelijk? En wie bepaalt dat eigenlijk? En waarom zou je eigenlijk moeten kiezen of je een broek of een jurk aantrekt, met een jongen of een meisje kust? Als het voor jou maar klopt. En dat heeft niks met wat in je onderbroek zit te maken. Regisseur Timothy de Gilde maakt over deze gender-vragen een overrompelende trailervoorstelling van een uur, met een ijzersterke tekst van Magne van den Berg en twee acteurs om meteen verliefd op te worden: Merel Pauw en Josha Stradowski.

Een uiterst actueel onderwerp, getuige de ophef over bijvoorbeeld de verandering van aanspreekvorm door de Nederlandse Spoorwegen en het opheffen van specifieke jongens- en meisjesafdelingen door de HEMA. Maar het begint ‘traditioneel’. Jongen zit naast meisje op een bank en zoent haar, opeens. Zij (Merel) reageert geschrokken, omdat hij hiermee hun vriendschap verpest. Hij (Josha) reageert verontwaardigd: zag hij haar niet laatst wél zoenen met een meisje? Is hij nou haar vriend of niet? Jawel, maar niet haar vriendje. En zij is al helemaal niet zijn vriendinnetje. ‘Omdat je mij dan ziet als je trofee, je wisselbeker, gewoon je vriendin ja, zonder verkleining.’

Ze staan op het punt naar een suf schoolfeest te gaan, maar hebben allebei redenen om nog niet naar binnen te gaan. Wat volgt is een spel waarbij ze elkaar uitdagen, speels en plagerig, maar ook grimmig en kwetsend. Ze verwisselen van rol, omdat zij zeker weet dat zij als jongen hem wél gemakkelijk kan versieren. Moet hij wel even make-up opdoen. Dat vindt hij er totaal niet uitzien – met zijn jongenskleding. Vroeger, ja, toen vond zelfs zijn vader het grappig als hij zich verkleedde. En dan wordt het serieus. In zijn rugzak namelijk een jurk die hij niet voor niets bij zich heeft. Meer en meer geven beiden zichzelf bloot in het decor van Janne Sterke dat zeer effectief lijkt op een klerenkast én een pashokje met overal spiegels.

Merel haalt Josha over de jurk aan te trekken en zij vindt hem mooi en ook mannelijk in de jurk, maar weigert zelf die jurk aan te trekken. Ze wil niet het beeld bevestigen dat een jurk bij haar oproept: ‘alsof ik opeens niks meer kan, alsof ik gevangen ben in een stofje’, louter om mannen te plezieren. Als kind moest ze af en toe jurken aan, maar hoorde toen al met haar korte haar niet bij de meisjes, en was ze te meisjesachtig voor de jongens.

Josha haalt haar uiteindelijk over toch de jurk aan te trekken, maar waar de jurk Josha kracht geeft, is de tot op dat moment vooral stoere Merel van het ene op het andere moment onzeker, kwetsbaar. Het doet denken aan het nummer ‘Dress’ van de debuut­plaat Dry van PJ Harvey. Hortende muziek onderstreept het dilemma waarvoor zij staat wanneer zij de gevolgen van het zich aankleden op een traditioneel vrouwelij­ke manier overdenkt. Als een soort bezweringsformule herhaalt zij steeds weer in het refrein: ‘If you put it on’. Om een ‘hem’ behagen (‘wear a dress to please him’)? Waarom? Maar bovenal: het besluit om een jurk te dragen bepaalt de indruk die anderen hebben over ‘wat voor een soort meisje zij is’ terwijl in een jurk haar lichaam voelt als ‘a heavy-loaded fruit tree’.

In Gender wordt het nog gecompliceerder. Josha wil juist wel de jurk aantrekken, maar durft dat (nog?) niet in het openbaar. Merel wil het liefst van het één in het ander kunnen vloeien en per dag kiezen: ‘Stel je voor man, Josh, hoeveel relaxter we zouden zijn, als we niet de hele fokking tijd bezig hoeven te zijn met wat gender van ons verwacht, het stomme van gender is dat het voor ons bepaalt hoe we moèten zijn, in plaats van hoe we echt zijn.’ In zijn jack, met een getekende snor, voelt zij zich wel thuis. En dan samen gewoon naar de schoolfeest en dan zoenen midden op de dansvloer? Waarom niet? Maar zover komt het niet. Josha moet snel naar huis, want god verhoedde dat zijn vader ontdekt dat hij in een jurk…

Alleen achtergebleven – misschien gaat zij wel naar het schoolfeest, misschien niet, met snor of toch niet – pakt Merel de damesschoenen die ook in zijn rugzak zaten, trekt ze aan en klimt op het bankje. Ze wiebelt. Ze passen haar niet. Het is een adembenemende omkering van het Assepoester-sprookje en een slotscène om nooit meer te vergeten.

De trailervoorstellingen van Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck hebben de laatste jaren terecht veel aandacht getrokken en zijn een voorbeeld van hoe theater actuele thema’s op een inventieve wijze naar een nieuw publiek kan brengen. Natuurlijk, Gender toont niet alle nuances, heeft die pretentie ook geen moment, maar houdt op een vooral ook humoristische manier jongeren, hun docenten en ouders een spiegel voor. Voeg daarbij de toneelprijswaardige prestaties van beide jonge acteurs, die moeiteloos schakelen tussen naturel en artificieel spelen, tussen branie en kwetsbaarheid, waarbij zeker in de trailer elke oogopslag en plagerige glimlach meteen raak is, en het is duidelijk: Gender is een niet te missen voorstelling.

Foto: Sanne Peper