Jeroen Leenders weet het zeker: zijn zoon van drie en zijn dochter van vier maanden hebben samen het plan opgevat om hun ouders kapot te maken. Twee emoties heeft hij sinds hij vader is geworden nog over: moe en kwaad.

De 34-jarige Vlaming is een betrekkelijke nieuwkomer op de Nederlandse cabaretpodia. Na zijn debuutprogramma Sorry, ik ben Jeroen Leenders vond maandag in De Kleine Komedie de première plaats van zijn tweede avondvullende voorstelling Geen idee.

Met zichtbaar gemak en hoorbaar plezier – regelmatig weerklinken Leenders’ sardonische lachjes – bespeelt hij de zaal. Zachtjes schurkt hij tegen het absurdisme waarmee Wim Helsen en Kommil Foo groot zijn geworden. Maar Leenders voert zijn idiotie minder ver door dan zijn landgenoten en tussen zijn rake, vaak grove grappen ligt meligheid op de loer.

Dat wreekt zich vooral naarmate hij vordert in zijn verhaal. Leenders lijkt geen duidelijk punt te willen maken. Hij meandert van de lasten van het jonge ouderschap naar een verontwaardigde conference over ‘debielen’ op de snelweg om uit te komen bij een humoristisch, maar nogal plat betoog over de ‘vrouwenfoef’ en de eigenaardigheden van het menselijk geslachtsverkeer. Na vijf kwartier eindigt hij abrupt: ‘Dit was Jeroen Leenders.’

Een rode lijn ontbreekt, wat dat betreft dekt de titel Geen idee de lading. Dat de avond toch vol grinnikmomenten zit, komt door Leenders’ performance. In zangerig Vlaams kletst hij schijnbaar achteloos van grap naar grap, terwijl hij rustig over het podium kuiert. Hij neemt de tijd om zijn verhalen uit te spinnen, blikt vriendelijk de zaal in om een volgend moment hard uit te halen. Hoogtepunt is een schitterend uit de bocht vliegende uiteenzetting over het vermeende overschot aan herten in Nederland en België. Volgens Leenders is er helemaal geen overschot: ‘Wat willen wij doen dat wij niet kunnen doen omdat er teveel herten zijn?’ Van dit soort prettige mafheid moet Geen idee het hebben.

Foto: Emmy Elleboog