Wat maakt een mens tot mens? Hoe zijn mensen met elkaar verbonden in een geglobaliseerde wereld? Schrijfster/theatermaakster Marjolijn van Heemstra zoekt in haar drieluik naar antwoorden op die vragen. Na Family ’81 en Mahabharata maakt ze het afsluitende deel bij het Ro Theater, waar ze als regietalent is binnengehaald. In Garry Davis gaat het niet alleen om menselijke waarden, maar ook om de macht van het theater.

Op een bordeauxrood gordijn verschijnt de tekst ‘Ro Theater en Frascati presenteren…’ In de spot komt Marjolijn van Heemstra op in een gouden pak dat splinters licht door het theater strooit – een combinatie van spreekstalmeester en levend standbeeld. De boodschap is duidelijk: dit is Theater in het kwadraat.

De presentatie en het verhaal van Van Heemstra contrasteren met het amusementeske klatergoud. Ze begint tastend te vertellen over Souad uit Libanon, de leeftijdgenoot met wie ze in contact kwam tijdens haar voorbereiding van Family ’81. Souad meldde zich na haar eerste bezoek aan Nederland niet precies af zoals het moest en werd tot OVR verklaard, ongewenste vreemdeling. Zestienduizend mensen per jaar krijgen die status; Nederland is een van de strengste landen. Pas na drie jaar kan een OVR een verzoek indienen om het paspoort te deblokkeren, maar de eisen zijn zo zwaar dat in de praktijk een flink deel van de wereld voor hem of haar gesloten blijft. Dat is in strijd met de universele verklaring van de rechten van de mens (mensen hebben het recht om hun land te verlaten en er terug te keren), maar dat geldt niet als argument. Hoe meer Van Heemstra in de materie graaft, hoe meer vuur haar verhaal krijgt.

Tegen het verbod op onbelemmerd reizen maakt Garry Davis bezwaar, al sinds 1948. Hij was musicalacteur, maar stopte zijn carrière toen zijn broer in de Tweede Wereldoorlog omkwam. Als piloot zou hij de vijand mores leren. Duizenden Duitsers kwamen om door zijn bommen. Toen hij daar goed over nadacht, besloot hij nooit meer mee te doen aan een voorstelling waarin hij niet gelooft. Hij leverde zijn paspoort in en maakte een nieuw: een wereldpaspoort. Daarmee reisde hij de wereld rond, wat hem volgens plan veel gedoe en discussies opleverde: ‘When the client says no, the sale begins.’ Met zijn partner in crime Albert Camus brak hij in bij de Verenigde Naties om zijn standpunt uit te dragen. Later richtte hij ook het World Court op. Dat bestond uit Davis solo plus briefpapier dat zo gewichtig overkwam dat Idi Amin een ter dood veroordeelde journalist pardoes vrijliet. (Les 1: Het belang van briefpapier.)

Vijfenzestig jaar later en eenennegentig jaar na zijn geboorte leeft Garry Davis nog. Van Heemstra zocht hem op en deed in uitgestrekte discussies – misschien is colleges een beter woord – veel informatie op voor haar voorstelling. Ze staat in dat overdreven pak het publiek frontaal toe te spreken, à la Laura van Dolron. Volgens World Citizen # 1 kun je dat geen theater noemen, dus zingt ze ook nog een liedje.

Van Davis leerde ze dat juist de theatrale benadering een wapen is in het bevechten van de heersende opvattingen; dat zijn ook maar afspraken, en je mag er je eigen benadering tegenover zetten. Als je je rol goed kent, dan ben je net zo waar als de rollen van het systeem. Als je het verliest van de instanties, heb je je rol niet goed genoeg gespeeld, stelt Davis. Van Heemstra kreeg met haar wereldpaspoort al een abonnement los voor haar mobiele telefoon, maar Souad kreeg ze nog niet naar Nederland.

Inhoudelijk verschilt de voorstelling, die werd geregisseerd door Jetse Batelaan, niet veel van het artikel dat ze erover schreef in Vrij Nederland. Het is de theatralisering die aan de feiten een extra laag toevoegt. Aan de ene kant het besef dat het ene systeem niet per se meer waard is dan het andere, het zijn allemaal afspraken. Mensen zien als wereldburgers betekent dat een slachtoffer van terrorisme in Amerika niet meer waard is dan dat van een hongersnood in Ethiopië of van de Syrische ‘burgeroorlog’. Of, zoals Van Heemstra het zegt: waarom betaal ik wel belasting voor Marijke in Drenthe en niet voor Warda in Somalië? Aan de andere kant is het aannemen van een rol een uitstekende benadering om autoriteiten te ontregelen en ze te confronteren met hun inconsequenties. Ten slotte maakt theatraal actievoeren je minder kwetsbaar en is het een wapen tegen de verzuring bij het tegen de stroom in volhouden van je idealisme. Hou vol, blijf praten, verlies je gevoel voor humor niet.

Davis irriteerde Van Heemstra wel eens (‘maar wat dóe je dan als de werkelijkheid niet zwicht?’), maar hij leverde stof voor een theatervoorstelling die je aan het denken zet. Garry Davis confronteert ons met de consequenties van het systeem waarin we leven en waarvoor we verantwoordelijk zijn.

Foto: Leo van Velzen