De kostuums zijn zo te zien hier en daar wat uitgenomen. Na tien jaar is wat meer spanwijdte nodig rond buik, billen en bovenbenen. En de mannenborsten hebben het afgelopen decennium ook extra vet verzameld, zodat ze zonder problemen voor een vrouwenboezem kunnen doorgaan. Daar zullen de trans artiesten in Gardenia 10 jaar later echter verre van rouwig om zijn. Ze mogen dan als man geboren zijn, hun droom is en blijft om als vrouw te kunnen schitteren.

Een aantal heeft daarom een operatie ondergaan en pionierden in vroeger tijden als transseksuelen. Anderen trekken alleen de nepwimpers, pruiken en glitterjurken uit de kast om als travestiet in de spotlights te staan. Maar welk kleurrijk leven deze transformistas ook leiden, één ding hebben ze allemaal gemeen: ruim tien jaar geleden werden ze bijkans onsterfelijk gemaakt door de Vlaamse regisseurs Alain Platel en Frank Van Laecke, die hen bijeenbrachten in de ontroerende revue Gardenia (2010).

Van een klein initiatief over de schemerzone tussen man- en vrouw-zijn groeide Gardenia uit tot een memorabele hit, met meer dan 200 voorstellingen wereldwijd, van Canada tot Taiwan en zelfs een tournee door Rusland. Allemaal onder het motto: leef in het lichaam waarin je je thuis voelt. Ruim tien jaar later komt de cast opnieuw samen voor een variant op een herneming, alleen de plek voor transseksueel Andrea De Laet (voorheen André en Schepen der Feestelijkheden) blijft leeg. Zij stierf in 2016.

Zoals de Vlaamse actrice Vanessa Van Durme tien jaar geleden de revue opende met één minuut stilte voor alle dierbaren uit haar travestievriendenboekje ‘die ons ontvallen zijn’, zo vraagt ze nu eenzelfde rouwbetoon voor Andrea (‘die zich wel zal doodvervelen tussen de engelen omdat die niks tussen de beentjes hebben’). Andrea’s paarse paillettenjurk, waarin ze Tina Turner gloedvol imiteerde, ligt als relikwie op de lege salonstoel. Voor de rest voltrekt zich in 105 minuten op die schuin oplopende vloer met visgraatparket bijna hetzelfde gestage ritueel van voorstelronde tot ondeugende transformatie, zij het dat de hakken lager zijn, de motoriek strammer is en de balans tussen gekoesterde dromen en verloren illusies duidelijk doorslaat naar het laatste. De met stemvervorming voorgelezen contactadvertenties zijn tragikomische herinneringen aan bedrog en misgelopen liefde.

De zeven trans artiesten variëren nu tussen eind zestig en eind zeventig jaar oud. Nog steeds glinsteren hun ogen wanneer ze hun mannenpakken, sokken en bretels kunnen verruilen voor damestassen, pantykousen en oorbellen. Ze doen niets liever dan laten zien hoe ze hun afwijkende levensstijl tot burlesk variété wisten te verheffen, ook al ging die zelfacceptatie niet over rozen. Waar tien jaar geleden nog meer tristesse door de vreugdevolle revue heen schemerde, heeft de berusting in de tableaux vivants nu de overhand.

Daarmee sluipen er ook wat dipjes in de muzikale spanningsboog (gemaakt door componist Steven Prengels) zoals bij het één voor één naar voren paraderen op Ravels ‘Boléro’. Maar het heeft ook weer iets prachtigs Bauschiaans wanneer ze synchroon of in canon beginnen te dansen met hun bibberige armen boven hun hoofd, of dat nu op ‘Forever Young’ van Alphaville is (‘Let’s dance in style, let’s dance for a while, heaven can wait we’re only watching the skies, hoping for the best, but expecting the worst. Are you gonna drop the bomb or not?’) of op Judy Garlands, gezamenlijk gezongen ‘Over the Rainbow’ (‘Somewhere over the rainbow, skies are blue and the dreams that you dare to dream, really do come true’).

Van Durme (74) zelf is nog altijd de stevige ceremoniemeesteres, die de touwtjes in handen heeft bij het aan-, uit- en omkleden. Met soms wat banale homograppen, die alleen gays mogen maken: ‘Hoe krijg je vier nichten op een stoel? Door die om te keren.’ Anderen halen nog altijd open doekjes, zoals Danilo Povolo met een dikbuikige reïncarnatie van Liza Minnelli en Richard ‘Tootsie’ Dierick met een wulpse en elegante Marlène Dietrich. De enige vrouw op de scène is wederom Griet Debacker, in mannenpak. Zij gaat nog steeds een agressief haat-liefdesgevecht aan met de gespierde ‘jongeling’, danser Hendrik Lebon. Hij vertolkt, in foetushouding op de grond en inmiddels 42, nog altijd een door zijn Russische familie in de steek gelaten homojong.

Aan actualisering doet de voorstelling verder niet. Het is aan de toeschouwer om het inmiddels zwaar bevochten diversiteitspalet aan fluïde gender- en seksuele identiteiten erbij te denken. En het non-binaire gaat hier misschien wel veel meer over jong en oud tegelijk zijn. Gardenia 10 jaar later blijft bovenal die impressionistische samenvloeiing van maskerade en demasqué. Met misschien wat méér van het laatste: travestieten op tour én op hun retour.

Foto: Luk Monsaert