‘Alle dames rechts van mij, alle heren links!’ Het publiek wordt bij binnenkomst in de Paradetent meteen van elkaar gescheiden. We zijn beland in Kamp R, een vluchtelingenopvangkamp in Suriname. In Nederland zijn de dijken doorgebroken, het land is onder water gelopen en nu zijn wij eens de vluchtelingen. ‘Hadden jullie maar wat klimaatneutraler moeten stemmen.’

Gerson Main, bekend als kandidaat van De Beste Singer-songwriter van Nederland, heet ons welkom in Suriname. In deze knappe monoloog (bijgestaan door muzikant Marvin Schoobaar) speelt hij een onvoorspelbare kampbewaker, die ons enerzijds gerust wil stellen en zijn land aan ons wil introduceren (dat doet hij met een trots en liefde waar wij, nuchtere Hollanders, nog wat van kunnen leren), maar anderzijds datzelfde land tegen ons wil beschermen. Een mooi dilemma, dat een spannende tweestrijd oplevert. Vol liefde zingt hij het Surinaams volkslied. Het publiek zingt even later het Wilhelmus, bedremmeld, met schaamte en zonder ook maar enige overtuiging.

In Ga weg, maar blijf wordt met een aantal doeltreffende omkeringen scherp uitgehaald naar de Nederlandse omgang met vluchtelingen. De instroom van alle Nederlanders brengt natuurlijk de nodige cultuurbotsingen met zich mee. De Nederlandse migranten koken met veel boter en weinig specerijen, waardoor de boter op dreigt te raken. Bovendien importeren wij ziektes als burn-out, muisarm en obesitas. Main raakt als kampbewaker steeds meer in dubio: wat moet hij aan met deze klimaatvluchtelingen?

Je zit altijd in een spagaat. Als vluchteling in een ander land aankomen is als duiken, legt Main uit. Om te integreren moet je volledig het diepe in, je moet je er helemaal in onderdompelen. Maar je wilt ook het contact met je eigen cultuur – het wateroppervlak – niet verliezen. Dus wil je ook niet al te diep duiken. ‘Is dat wel een handige vergelijking?’ vraagt Schoobaar zich af. ‘Hun land is net overstroomd.’

De voorstelling wordt afgewisseld met een aantal fijne liedjes en een spannende interactie met het publiek. De kampbewaker probeert en passant een romance aan te knopen met een van de ‘nieuwkomers’. Main speelt dat met een aanstekelijk plezier dat een scherp contrast vormt met zijn rol als strenge commandant.

Kamp R, het blijkt uiteindelijk voor ‘Kamp Retour’ te staan. Maar of hij werkelijk in staat is deze arme vluchtelingen – die hier natuurlijk ook niet voor gekozen hebben – terug naar hun eigen land te sturen, moet u zelf maar gaan zien.

Met Ga weg, maar blijf brengt Gerson Main bij Stichting Likeminds een vrolijke voorstelling, maar ook eentje die absoluut tot nadenken stemt over hoe wij ons verhouden tot de vluchtelingen hier. Hoe trots zijn wij eigenlijk op ons land – en waarop dan precies? En hoe gastvrij willen we zijn?

Foto: Niels Hoebers en BASTER