Fúria van de Braziliaanse choreograaf Lia Rodrigues werd vlak voor de pandemie gecreëerd en reist nu de wereld rond. De eerste opvoering op het internationaal podiumkunstenfestival PAFFF in Leeuwarden kende een heel bijzondere editie wegens het uitvallen van een van de dansers. Met het doorbreken van de vierde wand wisten Rodrigues en haar dansers het publiek op innemende wijze mee te nemen in het verhaal achter het werk.

PAFFF is een nieuw initiatief van Stadsschouwburg De Harmonie en Arcadia. De laatste is een driejarig Fries evenement van honderd dagen waarin verschillende projecten van kunstenaars worden gelanceerd; een ambitieuze follow-up van Leeuwarden-Fryslân 2018 – Culturele Hoofdstad. Een van de projecten van Arcadia is Bosk, een wandelend bos dat zich tijdens de honderd zomerdagen door Leeuwarden verplaatst en aandacht vraagt voor de natuur. (Sociale) ecologie is een belangrijk thema in dit project, zo ook in het programma van PAFFF dat zowel nationaal als internationaal aanbod presenteert en vorige week van start ging.

Binnen het aanbod van PAFFF zijn een aantal Braziliaanse kunstenaars geselecteerd, waaronder Lia Rodrigues die in een van de 700 favela’s van Rio de Janeiro, de Maré, met hulp van een NGO een kunstencentrum heeft opgericht. Behalve dat ze daar haar voorstellingen creëert, kent het ook een dansschool met 350 studenten. Maré is een vlakke favela met 170.000 inwoners; een flink slagje groter dus dan Leeuwarden (124.000). Rodrigues legt het uit als ze na een korte toelichting van programmeur Jonathan Offereins haar werk inleidt. Samen met de dansers heeft ze zich genesteld op de grond van het voortoneel. Het wordt een ongewone avond, waarin ze haar publiek een inkijkje geeft in haar werkwijze en vier delen van de voorstelling toont.

Fúria werd gemaakt vlak voor de pandemie in de aanloop van de Braziliaanse verkiezingen, een verhitte tijd waarna Bolsonaro aantrad als president. Negen maanden duurde de repetitieperiode. Rodrigues zocht naar beelden die ‘macht’ uitdrukten en besloot oude materialen uit voorstellingen te recyclen. Of dat nieuw is in haar werkwijze kun je je afvragen. Stukken plastic, kleding; Rodrigues gebruikt altijd al dagelijkse materialen uit de straten van de slum. Ze zijn onderdeel geworden van haar esthetiek. Van dat materiaal weet ze prachtige beelden te creëren. We zagen dat bijvoorbeeld in Pindorama (2014), waarin de performers van een enorme lap plastic een imposante golvende zee wisten te maken. Hoe een stuk rood plastic het kostuum wordt van een koning zien we als een van de dansers het materiaal om zijn lichaam drapeert en daar een superieure houding bij inneemt; de hoekige armen breed, de handen in de zij en het hoofd een tikkeltje omhoog.

Na een introductie op het werk krijgen we de openingsscène te zien en zo volgen nog drie onderbroken delen, die worden toegelicht. Goud en zilvergekleurde lichamen van dansers verwijzen naar standbeelden. De vele door één of meer lichamen gecreëerde voertuigen die de voorstelling kent (Rodrigues beschrijft ze als ‘cars’) linken naar praalwagens en processies. Het ruimtelijke patroon dat de performers afleggen bij de openingsscène keert terug in reverse. Rodrigues legt uit hoe ze bewust een van de zwarte, vrouwelijke dansers centraal zet in een ‘verheven’ beeld en hoe ze zich laat inspireren door de dansgeschiedenis; iconische beelden uit het zwanenmeer.

Verbindend element is de pulserende soundscape, die zijn oorsprong kent in de Kanakcultuur uit Nieuw Caledonië, een Franse kolonie in de Stille Oceaan. Het fragment met opzwepende percussie, fluitgeluiden en gezangen is in een loop gezet en versterkt het rituele aspect van Fúria.

Lichamen worden door de ruimte gesleept op vodden en het voodookostuum in het laatste fragment is vol symbolische waarde. De sleep van kunstig gedrapeerd plastic is gemaakt door een danser van het ensemble met oog voor design. Een kostuum uit het allereerste werk van Rodrigues zit erin verwerkt, evengoed als de veertig jaar oude hemdjes van haar kinderen. Het zegt veel over hoe Rodrigues werkt; kleinschalig, intiem, handkraft. En al lijken scènes soms geïmproviseerd, alles ligt vast.

Het budget voor haar voorstellingen, zo legt Rodrigues uit, komt vooral uit Europa dankzij samenwerkingen met coproducenten. Zo was het altijd al, maar onder het bewind van Bolsonaro is de nood alleen maar gegroeid. Verantwoorden kan ze dat prima: ‘Onze geschiedenis is ook die van jullie. We zijn met elkaar verbonden, onder andere door een koloniaal verleden.’

Brazilië is niet veilig voor vrouwen, niet voor de LGBTIQ+-gemeenschap, niet voor de zwarte gemeenschap. ‘Ik ben wit en heb minder last van racisme, maar de zwarte gemeenschap is veel groter in ons land’, vertelt Rodrigues. Brazilië is minder veilig geworden onder het bewind van Bolsonaro, maar racisme en ongelijkheid zijn overal aanwezig, vallen de mondige dansers haar bij, ook in Europa. ‘Als ik de zaal inkijk, dan zie ik alleen de witte afspiegeling van jullie gemeenschap’, onderschrijft een van hen en daarmee werd de avond behoorlijk politiek.

Het Friese publiek kon het zeer waarderen. Morgen mag het terugkomen, want dan wordt Fúria (samen met het nieuwste werk Encantado ook nog te zien tijdens Julidans) weer integraal gespeeld. Hoe slecht het ook gaat met Brazilië, het werk van Rodrigues blijft maar groeien, net als haar kunstencentrum in de Maré.

Foto: Sammi Landweer