Op Terschelling slenterden de mannen door mul duinzand bij Hoorn, in Rotterdam staan ze op het bloedhete balkon van de Fenixloods. Van de Noordzee naar de Maas, van eiland naar stad. Twee vrienden filosoferen over reizen en kijken, over zíjn en verder gaan. In Rotterdam is het decor van Fragments of journeys towards the horizon de Rijnhaven met haar rood-bruine gebouwen aan de overkant van het water. Een boot bromt door de avondschemering, vogels scheren over de Maas.

Fragments is het resultaat van de creatieve vriendschap tussen schrijvers Jeroen van den Berg en Ian Rowlands uit Wales. Het stuk ging, als samenwerking tussen Toneelgroep Jan Vos en Theatr Ardudwy, in première op Oerol. Rotterdam is dus haar tweede standplaats, waar de voorstelling in een intiemere setting speelt. In het stuk praten twee vrienden, gespeeld door Maarten Wansink en Dyfan Roberts, over de veranderende plaats van de mens in de wereld. Hun verhaal begint bij de schilders uit de Renaissance, bij de blik van schilder, geschilderde en toeschouwer. Toen stapte de mens uit het schilderij, zo de wereld in. Een leven vol reizen achter hen, zagen de vrienden de opkomst van de globalisering met eigen ogen: de eerste McDonald’s in Moskou, lonkende etalages aan de andere kant van De Muur. Ze prutsten eerst met kaart en kompas, maar hebben nu gps op hun telefoon. ‘Hoe weet je waar je bent, als je niet weet hoe je er kwam?’

Wansink en Roberts spelen ieder in hun eigen taal. Stelt de één een vraag in het Nederlands, antwoordt de ander in het Engels. Veel zinnetjes worden daardoor herhaald, alsof ieder woord ook begrijpelijk moet zijn voor een publiek dat één van beide talen spreekt. Helaas klinkt dat wat gekunsteld. De herhalingen leiden bovendien af van het gesprek, dat verder verloopt zoals je van een gesprek verwacht: thema’s worden niet allemaal tot de bodem uitgediept; wel aangetikt. Dit leidt tot een aantal interessante filosofieën en observaties.

Fragments heeft een goede dynamiek, doordat de mannen erg van elkaar verschillen in karakter. De Brit heeft voor alles een theorie; de Hollander antwoordt ‘dat dat allemaal wel zo kan zijn, maar voor hem toch heel anders voelt’. Dat hij de gebouwen bijvoorbeeld wel ziet, maar geen verbinding voelt met die constructies, met die wereld. Van den Berg en Rowlands hebben de gedachtegangen losjes neergepend. Zelfs gedachtes die ver voeren, via bedelende straatkinderen in Mumbai tot Thatcher in Praag, zijn daardoor goed te volgen. Zo ontstaat een goed gesprek in een prachtig Rotterdamse decor, een panorama dat zich uitstrekt van de Erasmusbrug tot Hotel New York.

Foto: Daphne van der Velde