Opera’s waar idealen worden ingeleverd voor eigenbelang en pragmatisme zijn er volop, maar meestal zijn die dan wel een paar honderd jaar oud. Zo bezien is Fortress Europe, een nieuwe opera van componiste Calliope Tsoupaki, eigenlijk heel klassiek van geest. Het nieuwe zit hem vooral in de muziek, de enscenering en natuurlijk de thematiek: de vluchtelingencrisis. Veel actueler kun je het als operaproducent niet maken. Het is een productie die absoluut thuishoort in een festival als Opera Forward, een festival dat ‘vernieuwend’ wil zijn.

Regisseur Floris Visser maakte met een paar simpele middelen (een deur, een tv, een stoel, een paar rotsformaties en een berg oranje zwemvesten) een knappe en aantrekkelijke enscenering waar alle aandacht wordt gefocust op de drie personages: de oude vrouw Europa (een glansrol van Rosemary Joshua) , de twijfelende politicus (Erik Slik) en de aangespoelde vluchteling op het strand (Yavus Arman Isleker). Het libretto, geïnspireerd op het boek ‘Gelukszoekers’ van Ilja Leonard Pfeijffer, citeert herhaaldelijk uit krantenkoppen en nieuwsberichten. Zelfs Merkels beroemde quote ‘Wir schaffen das’ ontbreekt niet.

Het verhaal is eigenlijk vrij simpel en wordt gedragen door twee tegengestelde personages: de oude vrouw, die staat voor het oude Europa, en haar zoon: een op Frans Timmermans geïnspireerd politicus die aan de poort van Europa tot inkeer komt en partij kiest voor de vluchtelingen. Helaas te laat, want als de poort aan het einde van de opera eindelijk opengaat heeft de vluchteling zich verhangen. Zo blijft Fortress Europe als een onbesliste voetbalwedstrijd: Visser neemt geen stelling in. Hij maakte er geen links of rechts politiek pamflet van. Hij laat vooral zien hoe beide kampen gegijzeld zijn in hun onmacht om deze crisis het hoofd te bieden.

Het aardige van z’n actueel thema is dat vadertje tijd de kaarten nog niet heeft geschud. De geschiedenis heeft nog geen winnaars en verliezers geselecteerd. Dat is voor de toeschouwer toch anders dan wanneer je te maken hebt met een opera over de Trojaanse oorlog (Idomeneo, Les Troyens of Dido en Aeneas) of het wapengekletter tussen Spanje en Frankrijk (Don Carlo), om er maar een paar te noemen. Bij zo’n actueel thema dwingen de gebeurtenissen op het podium tot zelfreflectie. Onvermijdelijk vraag je je als toeschouwer af aan welke kant jij eigenlijk staat en waar jouw compassie ligt? En dat wordt nog eens extra versterkt door de neutrale positie die Visser als regisseur inneemt. Het is de enige juiste aanpak, waarmee Visser laat zien hoe modern en betekenisvol de oude operavorm nog is.

Muzikaal is Fortress Europe ook een buitengewoon oorspronkelijke productie. De muziek van de Grieks-Nederlandse componiste Calliope Tsoupaki kent geen gelijke. Het is volstrekt uniek en past naadloos bij dit onderwerp. Haar idioom verwijst naar Byzantijnse kerkmuziek, Griekse volksmuziek en Italiaanse barok, zonder dat er een letterlijk citaat te bekennen valt. De partituur kent een grote melodische en harmonische vindingrijkheid. Zelf beschreef ze de muziek, die op uitstekende wijze werd uitgevoerd door Asko|Schönberg Ensemble en het Nederlands Studenten Kamerkoor onder leiding van Bas Wiegers, als ‘een golf die over de luisteraar heen slaat: een verbeelding van de branding aan een lommerrijk vakantiestrand, maar ook van de vele tragedies op zee’. En zo is het maar net. De kwetsbaarheid van een eenzame hobo vind je bij Tsoupaki vlak naast het donderend geraas van het slagwerk. Prachtig! Het enige wat er op deze voorstelling af te dingen valt is de lengte. Voor een bijna twee en een halfuur durende voorstelling kent de enscenering net te weinig spanningsbogen. Het is misschien te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet, maar Fortress Europe is wel degelijk een voorstelling die er in vele opzichten toe doet.

Foto: Hans van den Boogaard