Voor zijn tweede avondvullende programma heeft Samir Fighil als thema gekozen voor het verschijnsel Fear Of Missing Out: hoe de niet-aflatende prikkels waaraan we 24/7 blootgesteld zijn, kunnen leiden tot een zelf opgelegde paniekreactie. Het individu draagt zichzelf op om altijd bij alle events aanwezig te zijn om het gevaar te ontlopen iets te zullen missen, of het nu om feesten gaat, productpresentaties, demonstraties, uitzendingen, optredens, openingen, het maakt niet uit.

Fighil heeft het talent om snel, efficiënt en geestig typetjes neer te zetten en dat buit hij voor deze voorstelling kamerbreed uit, niet alleen in mimiek maar ook in zijn taal en stem, tot grote hilariteit van het overwegend jonge publiek. Daarnaast put hij regelmatig uit zijn (jeugd)herinneringen in Nijmegen en lardeert die met observaties over verschillende maatschappelijke verschijnselen. Hij weet daarbij de juiste toon te treffen bij zijn publiek, dat hij regelmatig ook direct aanspreekt.

Fomo als leidend thema en rode draad dreigt daardoor wat op de achtergrond te raken en op bepaalde momenten raak je als publiek die draad ook kwijt; Fomo is dan inhoudelijk uitgebreid tot iets dat eerder te maken heeft met het superconsumentisme dat de 21e eeuw kenmerkt, dan met het specifieke Fomo-verschijnsel dat aan de basis ligt van de vele burnouts, zoals Fighil aan het begin van de show betoogt.

Gaandeweg de voorstelling wordt getipt aan verschillende andere thema’s: de gebrekkige leesvaardigheid in zijn familie komt als een geestige want goed getimede running gag langs, met daaraan gelinkt de ervaringen van de tweede generatie in een biculturele Nijmeegse volksbuurt, de onzichtbaarheid van de vele Chinese inwoners van Nederland, zijn keuze voor een carrière in de theaters in plaats van de voorgeschreven operatie-kamers als chirurg, rechtbanken als advocaat of lijnvluchten als piloot, die voor zijn familie gelden als de meest nastrevenswaardige ambities. Naast zijn optredens als cabaretier, werkt Fighil ook als ambtenaar bij de sociale dienst en beide praktijken komen tezamen in een regelmatig terugkerend Nijmeegs typetje dat hij met veel verve en tongval neerzet.

De show duurt anderhalf uur en slaagt er ondanks de sympathieke presence van Fighil niet in van begin tot eind de aandacht vast te houden. Met name de tweede helft lijkt zich te beperken tot een samenraapsel van losse invallen, anekdotes en kwinkslagen. De ene grap komt niet altijd uit de andere voort. Het lijkt of Fighil steeds opnieuw moet beginnen en bepaalde teksten functioneren dan als TrugschlüsseDe vormgeving met een aantal onverhoedse lichtchangementen draagt bij aan het versplinterde karakter van dit deel. En over vorm gesproken: van meet af aan hangen een aantal (gevulde) postzakken boven het toneel, maar in de voorstelling zelf wordt daar niet aan gerefereerd.

Ik miste een hechtere samenhang. Maar afgaand op de reacties en de samenstelling van het publiek, belichaamt Fighil met succes de stem van een generatie.

Foto: Studio Nicks