Iedereen kent ze. De daklozenkrantverkopers bij de ingang van de supermarkt. De meeste mensen lopen er in een boog voorbij of negeren de zwerver. Zo niet Margje, een alleengaande schrijfster met het hart op de linkerplaats. Haar behoefte om te zorgen voor ontheemde schepsels leidt tot een bijzondere stap: ze neemt een zwerver in huis.

Die dakloze heet Jan. Hij maakt dankbaar gebruik van het aanbod van Margje. Hij komt, maar hooguit voor een dag of vijf, zegt hij. Want vis en visite blijven niet langer goed. Maar voor Margje is Jan een project, zoals de armetierige planten die ze tussen het straatvuil opvist en weer opknapt. Mi casa es tu casa, maakt Margje hem duidelijk. Als het aan haar ligt, is zijn verblijf voor onbepaalde tijd.

Al snel blijkt Jan geen dakloze die aan alle stereotyperingen voldoet. Goed, hij leeft op straat en hij heeft een drankprobleem. Maar zijn manier van leven is een keuze en geen noodzaak. Daartegenover lijkt Margjes onbaatzuchtigheid vooral ingegeven door antropologische nieuwsgierigheid. Alles wil ze van Jan weten, in alles is ze geïnteresseerd. Voor deze schrijfster vormt hij een bron van inspiratie.

De twee karakters liggen mijlenver uit elkaar. Margje moet haar uiterste best doen om begrip te blijven tonen voor Jan, een rechttoe-rechtaan jongen met een achtergrond in de zakenwereld. Rechtlijnig, hard én bovendien een man. Zij is een biologisch-verantwoorde vrouw, altijd op zoek naar de nuance zonder te willen oordelen. En een man heeft ze al een tijd niet over de vloer gehad.

Even lijken ze elkaar te vinden in hun gedeelde liefde voor het album Graceland van Paul Simon. Voor haar een levensveranderende plaat, voor hem gewoon heel lekkere muziek. Even komen ze samen in een wilde Afrikaanse dans, maar dat is van korte duur. Er worden grenzen overschreden. Beiden blijken er een dubbele agenda op na te houden, die de lengte van Jans verblijf in Margjes woning zal bepalen.

Na Fifty-Fifty is Een flinke linkse vrouw de tweede samenwerking van schrijfster Aaf Brandt Corstius en de acteurs Marcel Musters en Lies Visschedijk. De auteur schreef een doordacht stuk met een sterk plot, dat soms wat artificieel overkomt. De personages zijn raak getypeerd en de humor in het stuk is welbesteed aan de twee acteurs, die weten hoe ze een tekst net even meer kunnen geven.

Lies Visschedijk gaat volop aan de bak om de onderhuidse irritatie van de o zo goedbedoelende Margje te laten zien. Dat doet ze met subtiel spel. Een trekje bij de mond, een frons, een oogopslag. Marcel Musters zet daar zijn robuuste spel tegenover. De twee zijn aan elkaar gewaagd, al loert in de dansscène het risico van leukdoenerij.

Een flinke linkse vrouw gaat in première in een tijd waarin grote groepen mensen van huis en haard verdreven zijn en hulpacties dagelijkse realiteit zijn. Dat maakt deze voorstelling extra actueel. Brandt Corstius wil niet politiek correct zijn en prikt door het altruïsme van rigide links.

De oprechte betrokkenheid van mensen als Margje bij minderbedeelden is een farce. Onbaatzuchtigheid bestaat niet. Gastvrijheid en hulpvaardigheid blijken zelfzucht en leiden zelfs tot verraad. We leven in een voor-wat-hoort-wat-cultuur, waarin privacyschending steeds acceptabeler wordt. Dat is uiteindelijk de conclusie van deze pakkende, actuele voorstelling.

Foto: X+L