Een spacy ritueel, een trance om middernacht, een totaalkunstwerk: dat alles is Firebird, een lichtsymfonie van muziektheatercollectief Touki Delphine en scenograaf Theun Mosk. Stravinsky’s epische compositie krijgt honderd jaar later op Oerol een epische update.

Het is al 22.30 uur wanneer we in groep verzamelen aan het idyllische Duinmeertje van Hee. De zon straalt op dat tijdstip haar laatste licht over Terschelling. Vandaaruit trekken we, elk met een zilveren poncho aan, naar de locatie diep in de duinen. De tocht daarnaartoe kan je zien als de initiatiefase van dit ritueel: tijdens de wandeling lijken we net een groep astronauten die zich een weg slingert doorheen een kraterig maanlandschap.

Aangekomen op een van de hoogste duinen van Terschelling, in het midden van het eiland, ver verwijderd van de bewoonde wereld, zal zich een wonderlijke ervaring voltrekken. Op een hellend vlak ligt er voor iedereen een zilveren zitje klaar, met zicht op een groot scherm op palen. Het lijkt zo’n drive in-cinemascherm, maar het is gemaakt van wel heel bijzondere materialen: de reflectoren van auto’s – een prachtig ontwerp van John van Oostrum.

Achter die compilatie verschijnt rook, uit de boxen klinkt de eerste muziek. Touki Delphine bewerkte Igor Stravinsky’s beroemde tweede Vuurvogel-suite, dit jaar precies 100 jaar oud. De klassieke klanken gaan geleidelijk over in eclectische, oosters aandoende muziek en zelfs in pompende techno. Het kunstwerk volgt het ritme en de pulserende beat. Lampen achter de reflectoren toveren prachtige patronen tevoorschijn in wit, oranje en rood. Het lijkt wel een ballet van vuurvliegjes!

Die combinatie van licht en muziek werkt fysiek op je in. Het repetitieve, spacy karakter brengt je haast in een trance. In de technoscènes met tripperige visuals zijn we net beland op Tomorrowland. Maar na ieder luid moment volgt een zachte, zalvende fase. Het maakt Firebird inderdaad tot een ‘lichtsymfonie’, een totaalconcert zoals we nog niet eerder zagen. Dat na een poos de lichtmogelijkheden wat uitgeput raken, is geenszins erg. We zaten dan toch al lekker in onze trip, ergens tussen droom en bewustzijn, tussen gisteren en morgen, in een tijdloos vacuüm.

Inhoudelijk valt er geen eenduidig verhaal uit te distilleren, al gaan er wel allerlei associaties door je heen over onze obsessie met auto’s, de technologie die ons overheerst en de vele prikkels die we in dit digitale tijdperk iedere dag te verwerken krijgen. Maar deze Firebird is toch in die eerste plaats een immersieve ervaring, een fenomenaal vormexperiment, een heidens ritueel. En beslist een van de sterkste projecten op deze editie van Oerol.

Met de knappe beelden van een vuurvogel aan het eind en na afloop ook een lekker vurige sinaasappelthee met een pepertje, zijn we klaar voor de terugtocht. Naar Planeet Aarde, naar de bewoonde wereld, naar een nieuwe dag die volgt op deze middernachtsdroom.

Foto: Nichon Glerum