De 56ste editie van het Cameretten Festival werd gisterenavond overtuigend gewonnen door stand-upper Yunus Aktas. Aktas kreeg zowel de jury- als de publieksprijs voor zijn ontspannen optreden in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, waar het Festival na 22 jaar in Delft en 33 jaar in Rotterdam voor het eerst plaatsvond. Zijn podiumervaring bij Comedytrain, zijn timing, zijn droogkomische humor, het betaalde zich allemaal uit. Een persoonlijkheidsprijs werd niet uitgereikt, mede finalisten Joey en Dave en Selma Visscher bleven met lege handen achter.

De voorstelling ‘Verbrand je vingers niet’ van het duo Joey en Dave, twee broers die de avond openen, gaat over het overlijden van hun ernstig zieke vader. “We hadden nooit gedacht dat we afscheid van vader zouden nemen in de Koninklijke Schouwburg” zo trapt het verhaal af. Een doodskist staat pontificaal op het podium, de vijf fases van rouw worden doorlopen in scènes en dialogen mèt en rond de kist, die dan weer grappig, dan weer verschrikkelijk en dan weer tamelijk absurd zijn. Zoals dat gaat wanneer dood en ziekte ineens uit het niets zijn intrede in je leven doen. Er komt veel voorbij in dit halfuur waarin de broers met humor en ontroering proberen een theatraal antwoord te formuleren op wat hen is overkomen. Een dokter in een witte jas die probeert de diagnose zo luchtig mogelijk te brengen. Het moeten uitzoeken van een kist, met of zonder knoppen, als je vader net een dag dood is. Het eten van een bitterbal, dat nooit meer hetzelfde zal zijn na het zien van de absurdistische scène die Joey en Dave ervan bakken.

Yunus Aktas, de tweede finalist, is sinds 2018 lid van Comedytrain. En dat is te merken. Hij staat met zelfvertrouwen op het podium, vertelt ontspannen over zichzelf, zijn Turkse wortels, strubbelingen met zijn vrienden, met geldgebrek, met het leven. Hij positioneert zichzelf als underdog, of hij nou gaat paragliden, wordt ontslagen als vakken vullende stagiair, een katje probeert te kopen op internet of een ongemakkelijke blind date heeft. Er rollen bijna alleen maar oneliners uit zijn mond, zijn timing hapert nergens. Hij staat voornamelijk doodstil, zijn stem is monotoon, er gebeurt niet veel meer dan dat hij grappen en observaties maakt. Maar die grappen zijn stuk voor stuk goed en slim, ze blijven maar komen en zorgen voor rollende lachen in die grote schouwburg. Yunus neemt je mee zijn wereld in en je hoopt maar steeds dat er nog meer komt.

Selma Visscher, de derde finalist, vertelt in haar programma over de Groningse wortels waarmee ze worstelt. Niet zeuren is het mantra waarmee ze is grootgebracht. Mag ze wel ruimte innemen en aandacht vragen of is dat ongewenst? Selma vindt het ingewikkeld hoe groot ze mag zijn. Zijzelf is de verbindende factor van het programma, met anticlimax als middel, constateert de jury. “Ik ga een halfuurtje voor jullie spelen maar gevoelsmatig zal het net iets langer zijn” aldus Selma. Haar voorstelling, waarin ze de hele tijd op zichzelf reflecteert, voelt soms wat ongemakkelijk. De liedjes zijn stuk voor stuk hoogtepunten, mooi van taal, geweldig begeleid door haar muzikale broer Lars. Met een Marijke Boon achtig lied over wanneer ze precies de afvalbak aan de straat moet zetten krijgt ze de lachers op haar hand en een prachtig lied, getiteld ‘Kijk naar mij’ doet de zaal de adem inhouden.

Richard Groenendijk presenteerde de avond op zijn eigen soepele en ontspannen wijze. Hij relativeerde niet alleen zichzelf, zijn jasje is als altijd te krap en zijn broek als altijd te wijd, maar ook het fenomeen Cabaret Festival Finale. Zelf won hij nooit een festival, maar inmiddels staat hij al langer dan 25 jaar op het podium en is degene van wie hij verloor schaapherder in Schotland. Nooit wanhopen dus, wanneer je talent hebt is er altijd een plek voor je op het cabaretpodium.

Foto: Jaap Reedijk