In een double-bill tijdens het online festival CaDance (Korzo) tonen Krisztina de Châtel en Astrid Boons hun respectievelijke voorstellingen Scala en Arise. Waar het statement van De Châtel overweldigend is qua vormgeving, houdt Boon het eenvoudig. Twee choreografieën van twee generaties vrouwen; de een met een lange staat van dienst, de ander upcoming. Opnieuw maakt Krisztina de Châtel zich hard voor de ondersteuning van de jonge generatie choreografen.

Scala, de titel zegt het al! Een immens grote trap, wel vierenhalve meter hoog, staat centraal in de nieuwste choreografie van Krisztina de Châtel. Het object loopt steeds smaller toe en werd aanvankelijk ontworpen door De Châtel voor haar expositie The Third Space tijdens De Nederlandse Dansdagen in 2018. Ze vroeg Theun Mosk om het object om te bouwen naar een dragende constructie voor een performance. In het magische begin van Scala draait de trap licht piepend en krakend rondjes, we zien hoe het licht steeds verandert in die beweging. Er zijn ook voordelen aan een online performance: een camera pakt dat beeld ook nog eens van bovenaf.

Een volgend moment nemen vijf danseressen plaats op de trap. In twee groepen staan ze onbeweeglijk tegenover elkaar, in het zwart gekleed met pet. Ik weet niet hoe de beleving live is, maar dat dit ook een opgave is op een object dat voortdurend ronddraait is niet te ontwaren. Gedisciplineerde dans is dan ook De Châtels handelsmerk. Militante staccato armbewegingen volgen, alsof we kijken naar een militaire mars. Dat wordt versterkt door de geluidsband, die fanfaremuziek mengt. Componist Han Otten pakt flink uit. In zijn dramatische en gelaagde compositie mengt hij ook het werk van Bach. Hier en daar laat hij betekenisvolle stiltes vallen, om daarna weer vol pathos te continueren.

De Châtel laat haar danseressen transformeren. Hoekige, masculiene beweging maakt plaats voor een feminiene taal als de haren los mogen en de broeken plots wijde pijpen krijgen. Even krijgt de uitputting vorm in een liggende pose van de groep op de trap. Maar losjes is Scala allerminst. Choreografisch borduurt De Châtel weinig verrassend voort op haar oeuvre, wat beklijft is vooral de imposante trap en zijn beweging. Een immer doordraaiende wereld, het verlangen naar meer en hoger, hemel en bevrijding; metaforen te over. Scala zegt alles en Scala zegt niets, de overweldigende beweging van de cirkelende trap doet elke strijd op de vloer teniet.

Aanmerkelijk soberder, maar to the point, is het trio Arise van Astrid Boons. Ze danste ooit nog voor Dansgroep Amsterdam; het gezelschap dat De Châtel enkele jaren leidde met Itzik Galili. Onder begeleiding van de doordringende en donkere muziekcompositie van Miguelàngel Clerc Parada onderwerpen drie vrouwelijke dansers zich aan een systeem. We zien hen met handen en voeten op de grond bewegen, herhalend, ritmisch; dwangmatig. Geleidelijk schuiven hun lichamen door de ruimte en transformeert de beweging.

Wanneer de muziek uitdooft, horen we plots het stemgeluid van de dansers. Dan verstilt ook hun beweging, die zich zichtbaar heeft samengebald in het centrum van het lichaam. Als ook die laatste minimale impuls uitwasemt, beweegt plots een van de tl-lampen boven het speelvlak. De horizontale lijn van de lampen is verbroken. Een mooie illustratie van hoe beweging te allen tijde doorgaat. Boon speelt met de lichtobjecten en zet ze tegenover het lichaam, dat even vreemde poses aanneemt door de vervorming van ledematen. Terwijl boven hun hoofden de verlichting een eigen leven leidt, hervinden de drie vrouwen samen een nieuw evenwicht.