In Faust van NITE, de nieuwe naam voor de interdisciplinaire samenwerkingsprojecten van het Noord Nederlands Toneel en Club Guy & Roni, botst een gelaagde, mysterieuze tekst van Peter Verhelst frontaal met een kitscherige, illustratieve choreografie.

De openingsscènes van Faust doen het ergste vermoeden over de voorstelling die komen gaat. Danseres Dunja Jocic is aangekleed als een kruising tussen the Bride of Frankenstein en een figurant uit Dune, en maakt verwrongen bewegingen die een verwrongen ziel moeten illustreren. Vervolgens komt Faust (Veerle Van Overloop) op om Mefisto (Tom Jansen) op te roepen, en dat gebeurt op een al even groteske manier, met heftige percussie en lichtflitsen. Regisseur Hendrik Aerts en zijn vormgevers maken het je bij aanvang knap lastig om niet in de lach te schieten om zo veel rood op rood.

Gelukkig zetten de spelers en tekst vervolgens een heel andere toon. De centrale dialoog in de tekst die Peter Verhelst op Goethes klassieke stuk baseerde speelt zich af tussen een man en een vrouw, die ideologische opponenten blijken te zijn. Het duurt lang voordat je doorkrijgt waarom de vrouw de man heeft opgeroepen, zo behendig hult de man zich in retorische trucjes, en zo lang laat de vrouw zich hierdoor overrompelen. Maar uiteindelijk blijkt uit het steeds concretere steekspel dat het hoofdzakelijk over de vluchtelingencrisis gaat, waarbij de man de onmenselijke Realpolitik van de Europese Unie vertegenwoordigt, en de vrouw als de door hem geminachte ‘Gutmensch’ fungeert.

Het is een interessant gegeven dat de vrouw zelf deze populistische duivel oproept. Maakt haar wil om hem te bevechten hem alleen maar sterker? Ondermijnt de reactieve houding van links haar mogelijkheden om zelf een visie uit te stippelen? Is Mark Rutte een soort Voldemort?

The devil has all the best lines, en zo is het ook in deze Faust. ‘Mefisto’ straalt continu onaantastbaarheid uit, speelt woordspelletjes en pareert de aantijgingen van de vrouw met de grootste nonchalance. ‘Faust’ blijft vooral gevangen in haar machteloze woede en verdriet over zo weinig medemenselijkheid en kan eigenlijk niet op tegen de ijskoude logica van de machthebber. Verhelst verzandt hiermee in zijn tekst wel heel erg in stereotypen: rechts heeft geen hart, links heeft geen hersens, en zo komen ze geen stap dichter bij elkaar.

Daarnaast maakt de tekst ten slotte een vreemde wending van Brechtiaans ideeënstuk naar psychologische thriller. De switch van allegorie naar anecdotiek verarmt de thematiek met terugwerkende kracht, ook al omdat de auteur er plotseling de #metoo-beweging met de haren bijsleept. Dat ons immigratiebeleid en rape culture uit dezelfde patriarchale bron komen, daar valt zeker wat voor te zeggen, maar dan moet je daar wel daadwerkelijk iets over zèggen: de manier waarop Verhelst de zaken lukraak naast elkaar zet doet eerder denken aan actualiteitsopportunisme.

Desalniettemin zijn spel en tekst gelaagd genoeg om van begin tot einde te blijven boeien. Dit kan helaas niet worden gezegd van de eendimensionale choreografie. Dansers Dunja Jocic en Sara Miguelote spelen de schaduwzijdes van de acteurs: Jocic verpersoonlijkt de gewelddadige, agressieve kant van Faust en Miguelote de onschuld van Mefisto, archetypes die ze zonder enige nuance portretteren. De illustratieve theaterdans ondermijnt de zorgvuldige opbouw van de tekst en lijkt in al zijn kitscherigheid uit een voorstelling van Cirque Du Soleil te zijn ontsnapt.
Misschien is het eenvoudigweg een kwestie van artistieke zelfoverschatting. Volgens de credits was er geen choreograaf bij deze Faust betrokken. Hendrik Aerts levert met zijn tekstregie een spannend en inhoudelijk sterk duel af, maar laat de poëtische en complicerende mogelijkheden van dans onbenut.

Foto: Lex Vesseur