In een ontroerende en grappige miniatuur, een solo van nog geen drie kwartier, weet de Iraanse Sorour Darabi op Spring indringend te vangen wat taal betekent voor je identiteit en wat het betekent als de taal geen woorden heeft om jezelf mee aan te duiden. Sorours omgang met het kijken en bekeken worden, waar het in het theater om draait, zorgt dat je dit verhaal niet snel vergeet. 

Farsi is Perzisch. Het Perzisch wordt onder andere gesproken in Iran en in Afghanistan. Als je weleens naar ‘Onze man in Teheran’ hebt gekeken weet je een beetje hoe die taal klinkt uit de gesprekken die Thomas Erdbrink met de mensen daar voert. Maar in het Frans heb je een woord dat bijna hetzelfde klinkt: ‘farci’, en dat betekent ‘gevuld’. Wanneer dit woord slaat op een vrouwelijk woord – zeg een rollade – komt er een extra ‘e’ achter.

Het Farsi kent geen grammaticaal geslacht, woorden zijn er niet mannelijk of vrouwelijk. Ook het woord ‘gender’ kent geen echt equivalent in het Farsi. ‘Jenssiat’, het woord dat daarvoor wordt gebruikt, betekent ‘materiaal’. Houd deze weetjes in je achterhoofd als je gaat kijken naar Sorours worsteling met de taal. Hoe Sorour zich het materiaal eigen maakt. Zich vult met een vreemde taal.

Het Farsi is bovendien een taal die gebruik maakt van agglutinatie, het toevoegen van achtervoegsels om de functie van een woord te specificeren. Het maakt de woorden rekbaar, elastisch. We kennen allemaal het woord gluten, dat dezelfde stam heeft. Dat zijn de eiwitten in graan die zorgen dat je brood een beetje elastisch wordt bij het kneden en dus niet als een zandkoekje uit elkaar valt als je erin bijt. Houd dit weetje in je achterhoofd als je gaat kijken naar Sorours worsteling met de taal. Hoe Sorour de taal onderzoekt, aftast, weegt, manipuleert, proeft.

Waarom al deze info over taal voor een solo die bijna alleen maar uit beweging bestaat? Een beweging bovendien die bijna in een zin te vangen is: performer komt op, verplaatst zich naar de tafel en stoel midden op de speelvloer en gaat zitten om wat te lezen en een slokje te drinken. Verder zal ik het niet verklappen. Maar stiekem gaat het voortdurend over taal. Omdat taal een denksysteem is, een manier om de wereld te structureren.

Sorour Darabi is zowel hij als zij en verhuisde van Iran naar Frankrijk. En woorden schoten te kort. Want als de hele wereld ineens uiteenvalt in ofwel mannelijke, ofwel vrouwelijke zaken, zoals in het Frans, vraagt dat ook van alle taalgebruikers om zich te definiëren als ofwel mannelijk, ofwel vrouwelijk. Maar wat als jij nou net niet in een enkel hokje past en kenmerken hebt van allebei? Wat als het denksysteem, de ordening van een samenleving, geen mogelijkheid laat voor een tussenvorm?

Dan ben je een nieuw wezen. En zo komt Sorour dan ook op. Alle bewegingen zijn nieuw, onvast, aftastend. Hyperbewust van het lichaam en hyperbewust van het feit dat iedereen ernaar kijkt. En alles ziet eruit als een probeersel: het lichaam wiebelt en worstelt bij elke stap. Elke handeling, van knipperen tot een slok water drinken, vraagt een enorme concentratie. De ogen van Sorour kijken terug in de onze, drie kwartier lang, met de blik van een kind dat stil moet zijn en met die blik voortdurend vraagt: doe ik het zo goed?

De worsteling met de taal die volgt wanneer Sorour de tafel heeft bereikt is tegelijk hilarisch en aangrijpend. De mond weet letterlijk nog niet hoe de woorden moeten worden gevormd, waar ze vandaan moeten komen. Een hele stapel vocabulaire en grammatica moet worden geïnternaliseerd, maar het gaat niet van harte. Wat eruit komt is vaak nog letterlijk een woordenbrij.

Hoe kan zo’n binair denksysteem eigenlijk voldoen als gereedschap voor een materiaal dat zo’n complex geheel van opties is als de mens? Il faut se le farcir. Als wederkerig werkwoord betekent ‘farcir’ ook: we moeten hem nemen zoals hij is. De uitputtende pogingen van Sorour Darabi zichzelf te vangen in een taal die geen plaats heeft voor hem/haar (ook het Nederlands wil dat ik kies) zijn een pleidooi voor een nieuw woord, een nieuwe taal, een nieuw denksysteem. Met plaats voor meer opties dan de twee hokjes die we voor het gemak van de grootste groep hanteren.

Foto: Mehrdad Motejalli