Van de komische opera Fantasio van de beroemde Frans-Duitse componist Jacques Offenbach (1819-1880) had ik nog nooit gehoord. Offenbach is bekend van één onvoltooid gebleven opera, het romantische sprookje Hoffmanns Vertellingen, en van bijna honderd operettes, die mij meestal nogal tegenvallen, omdat ik de ironie en de satire niet meer kan plaatsen.

Fantasio is gebaseerd op het poëtische en enigszins pacifistische toneelstuk met dezelfde naam van de jong gestorven Franse dichter Alfred de Musset (1810-1857). Het werd gedrukt in 1834, toen die nog maar 24 jaar was, maar pas negen jaar na zijn dood in 1866 voor het eerst opgevoerd door de Comédie-Française. Het had niet zoveel succes. In Nederland herinner ik me maar één voorstelling van het toneelstuk Fantasio: in 1977 door het jonge Onafhankelijk Toneel in de baanbrekende Favorietenreeks, waarin het repertoiretoneel werd gemoderniseerd, met onder meer Truus te Selle en Edwin de Vries.

Een oudere broer van de schrijver, Paul de Musset, schreef met Charles Nuitter het libretto voor de opera Fantasio, maar Offenbach begon er op het verkeerde moment aan. In 1870, vlak voor het uitbreken van de Frans-Pruissische oorlog, is het niet zo verstandig een antimilitaristische opera uit te brengen, zeker niet wanneer je als in Duitsland geboren en later tot Fransman genaturaliseerde componist toch al verdacht bent, vooral in Franse ogen. Hoewel de repetities al waren begonnen, moest de première wachten tot de oorlog voorbij was en ook toen keek men in Parijs liever naar heropvoeringen van oude successen van de componist.

De opera leek bovendien geheel verloren gegaan bij een brand in 1887 in de Parijse Opéra Comique. Er restte nog wat zangpartijen en een piano-uittreksel. Maar in 2000 ging in Rennes een zorgvuldig gereconstrueerde versie in première, bijeen gesprokkeld uit verschillende edities. Een bewerking daarvan biedt nu de voorstelling van Opera Zuid, dat onder de nieuwe leiding van intendant Waut Koeken het avontuur niet schuwt, zoals ook vorig jaar bleek uit de gevoelige en zeer succesvolle opvoering van de weinig gespeelde opera van Leonard Bernstein A Quiet Place.

Fantasio is een uitbundig feestje geworden, dat al in de foyer begint met een koddige auditie, waaraan alle leden van het koor in schitterende kostuums deelnemen. Toch komt de opera in het eerste deel, vóór de pauze, aanvankelijk enigszins moeizaam op gang. Het leek mij dat bij de première in Eindhoven het karikaturale en het poëtische niet helemaal in evenwicht waren en een aantal van de zangers hun vorm nog moest vinden. Na de pauze kwam er veel meer vaart in en was er ruimte voor subtiliteit en ontroering.

Het lijkt in eerste instantie een traditioneel sprookje, met een prinses, haar vader, een prins die van ver komt, een hofnar die is gestorven en waar de prinses om treurt, en heel veel ver- aan- en uitkleedpartijen. Maar er is meer aan de hand. De vader is de koning van Beieren (Huub Claessens), zijn dochter Elsbeth (Anna Emelianova) is beloofd aan de prins van Mantua (Roger Smeets), een huwelijk dat vrede moet brengen tussen de twee denkbeeldige landen, die duidelijk voor Pruissen en Frankrijk staan. Maar de maskerades blijken geheel doelloos, de ontmaskeringen zelfs af en toe fataal. Alleen de gesjochten jonge student Fantasio (mezzosopraan Romie Estèves) heeft succes, hij verkleedt zich als de gestorven hofnar en verovert zo na vele misverstanden het hart van de prinses. Wanneer de prins van Mantua als zijn huwelijk wordt afgelast de oorlog wil hervatten weet Fantasio dat ook nog eens te voorkomen met een welsprekend pleidooi voor vrede en doordat hij laat zien hoe futiel de aanleiding voor een oorlog kan zijn.

Romie Estèves is als Fantasio grandioos, niet alleen zingend, ook spelend, dansend en mimend als de hofnar. De duetten met Anna Emelianova zijn in het tweede deel soms heel ontroerend. Het pleidooi voor vrede waar de Fransen in 1872 niet aan wilden is voor ons alleszins overtuigend.

Regisseur Benjamin Prins heeft er met ontwerper Lola Kirchner voor gekozen kostuums uit allerlei tijden door elkaar te gebruiken. Dat is soms rommelig, maar vaker bont en heel feestelijk. Alleen de vele Romeinse legionairs kon ik in het geheel niet thuis brengen. Als de prins van Mantua vond ik de allerfraaist aangeklede Roger Smeets en Thomas Morris als zijn adjudant, die zich als de prins voordoet, weleens wat erg karikaturaal. Sopraan Francis van Broekhuizen maakte van de kleinere rol van de gouvernante een heel sympathiek mens. Acteur Peter Vandemeulebroecke was vooral overtuigend als een beul die het er eens goed van neemt.

Mooi is de kelder waarin de studenten, de vrienden van Fantasio, huizen: een 21ste-eeuws Berlijns punkhol. Ivan Thirion, Jeroen de Vaal, Rick Zwart en Jacques de Faber zijn daarin zeer geloofwaardig opstandige studenten, die soms zelfs de menigte mee krijgen in hun revolutie tegen de koning. Nu zijn de leden van het Theaterkoor Opera Zuid, samen met de Kooracademie Maastricht onder leiding van Klaas-Jan de Groot, bijzonder goed op dreef, niet alleen zingend, maar ook spelend, als wanhopige, onderdrukte onderdanen.

De vormgeving, ook van Lola Kirchner, is relatief eenvoudig, maar zeer effectief, met een rijdende trap in het midden waar de hoogwaardigheidsbekleders op kunnen staan, ver van het volk. De belichting van André Pronk is soms zeer fraai. De bewegingen door choreografe Dunja Jocic zijn zeer aanstekelijk. Vier dansers – Zora Westbroek, Isaiah Selleslaghs, Sandy Ceesay en Iúri Costa – doen uitstekend werk om de gebeurtenissen reliëf te geven. Dirigent Enrico Delamboye laat met de nieuw uit twee orkesten gevormde Philharmonie Zuidnederland een meeslepend geluid horen.

Aan het einde wordt er, het is bijna te veel creativiteit, uitgepakt met schitterende kostuums van vier jonge ontwerpers – Dustin Thomas, Maarten van Mulken, Teun Seuren, Ferry Schiffelers -, begeleid door FAHIONCLASH. De koorleden kunnen daarmee tijdens het applaus nog eens als de volleerde mannequins die ze parodiëren paraderen. Je zou bijna vergeten dat de prinses intussen stilletjes Fantasio de sleutel van haar tuin heeft gegeven, een heel subtiel happy end van een fraai spektakel. En we hebben zomaar dankzij Opera Zuid een fraaie en zeer aanstekelijke vergeten opera van Jacques Offenbach gezien.

Foto: Joost Milde