Vallen kan op allerlei manieren: de vrije val van een parachutist, de neergang van iemand die emotioneel gebroken is, de smak na een duw, de val waarbij een ander je zorgzaam opvangt. Misiconi, het mixed-abled gezelschap, dansers met en zonder beperking, toont in Falling dat de val een mooie, natuurlijke beweging kan zijn, hoopvol ook. (meer…)
De Britse hiphopchoreograaf Botis Seva maakt zijn debuut bij het Nederlands Dans Theater met een premièrestuk dat imposant oogt. De dansers van NDT2 pikken Seva’s idioom met zichtbaar gemak op. Maar in het programma Falling into Shadow komen hun talenten toch beter tot hun recht in de hernemingen van werk dat je ’typisch NDT’ kunt noemen – in dit geval van Marco Goecke en Johan Inger.
Over het openingsbeeld van Watch Ur Mouth klinkt een voice-over. We zijn gewend van binnen naar buiten te denken, zo filosofeert de stem, maar wat als we nou eens van van buiten naar binnen zouden denken? Hoe die vorm van omdenken er in de praktijk uit zou moeten zien, kon ik helaas moeilijk opmaken uit de choreografie die volgt.
Muziekproducer Torben Sylvest legt een fundament onder de dans met een lome beat, met een diep dreunende basdrum die je door een stevig volume ook lekker voelt in de zaal. De visuele esthetiek is helemaal des hiphops: dansers in militante outfits met oversized petten worden dramatisch belicht, van achter als silhouet of van de zijkant met expressief strijklicht. De nonstop draaiende rookmachine maakt het plaatje compleet.
In het Verenigd Koninkrijk heeft Botis Seva met zijn eigen gezelschap Far from the Norm een stevige reputatie opgebouwd als een maker die theaterhiphop combineert met hedendaagse dans. In 2019 leverde hem dat een Laurence Olivier Award op, voor zijn doorbraakproductie BLKDOG. In Watch Ur Mouth laat Seva een soepel idioom zien, waarin een moonwalk-achtige shuffle over kan gaan in een soepele bounce, waarbij de flow regelmatig onderbroken wordt voor agressieve, synchroon uitgevoerde uithalen. Scènes waarbij de performers langere tijd theatraal op de grond blijven liggen worden dynamisch afgewisseld met taferelen van rennende mensen, soms in rondjes over de hele bühne en dan weer hollend op de plaats. Tegen het einde worden militaire bewegingen als marcheren en salueren gecontrasteerd met liefdevolle omhelzingen.
Uit dit alles kun je best een narratief distilleren over mensen die zich staande proberen te houden in een chaotische en overweldigende wereld. Die boodschap is echter verpakt in gestileerde poses die nogal betekenisvol worden gebracht, zonder dat die betekenis zich laat lezen. Ik kreeg het gevoel dat ik zat te kijken naar een – mede door het architectonische lichtontwerp van de onvolprezen Tom Visser – gloedvol vormgegeven videoclip. Mooi om naar te kijken, maar ook hermetisch en moeilijk doordringbaar.
Dat NDT2 het idioom van Seva met schijnbaar gemak oppakt hoeft niemand te verbazen. Ik geloof niet dat er momenteel een choreograaf rondloopt die iets kan verzinnen dat deze dansers niet perfect kunnen uitvoeren. En dat geldt dus niet alleen voor NDT1, maar ook voor de ‘junioren’ van NDT2. Elke voorstelling weer is het verbluffend om te zien hoe de leden van het Haagse gezelschap vlekkeloze danstechniek koppelen aan een veelzijdige theatrale expressie. Maar als Falling into Shadows iets duidelijk maakt, dan is het wel dat die kwaliteiten nog altijd het best tot hun recht komen in balletten met een duidelijke NDT-signatuur. Zoals Walking Mad uit 2001, waarin de Zweed Johan Inger – die jaren bij het gezelschap danste en choreografeerde – de vermeende erotiek van Ravels Bolero van geestig commentaar voorziet in een vernuftig spel dat zich voltrekt voor, achter en op een houten schutting. Kledingstukken vliegen door de lucht en met feesthoedjes uitgedoste dansers geven het man-vrouw-gehannes een uitgelaten sfeer mee.
Geleid door dirigent César Ramos zet Het Balletorkest enthousiast de tanden in Ravels overbekende compositie. Dat doen ze al net zo begeesterd met de werken van Schubert en Schnittke, in de programmaopener Wir Sagen uns Dunkeles. In dit ballet uit 2017 brengt choreograaf Marco Goecke zijn kenmerkende repertoire van vogelachtig fladderende arm- en rompbewegingen in stelling, om zijn persoonlijke angsten en duistere gedachten te kanaliseren door de lijven van de dansers.
Naast de bijdragen van het orkest vormen drie emotionerende nummers van de rockband Placebo de ruggegraat van een ijzersterk stuk, dat direct intapt op de sentimenten van de(ze) kijker. Het daverende applaus dat op deze reprise volgde was ongetwijfeld gericht op de virtuoze uitvoering door weer een nieuwe generatie NDT-talenten. Daarnaast kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat deze ovatie een diepere lading had. Applaus van anderen interpreteren blijkt natuurlijk een heikele zaak, maar het klonk alsof het NDT-publiek klaar is om Goecke, die in 2023 in opspraak raakte door het zogenaamde hondenpoepincident, volledig te absolveren en te rehabiliteren.
Foto’s: Rahi Rezvani