Als jij een lijst zou maken van alle dingen die het leven de moeite waard maken, hoe lang zou die dan worden? En zou die lijst je leven daadwerkelijk lichter, de zwaarte beter verdraagbaar maken? De Britse schrijver Duncan Macmillan maakte deze vraag uitgangspunt van zijn toneelstuk Every Brilliant Thing, dat nu in regie van Erik Whien te zien is bij Het Nationale Theater.

De naamloze verteller, per avond afwisselend gespeeld door Tamar van den Dop en Bram Suijker, vertelt over zijn/haar jeugd met een depressieve en suïcidale moeder en de effecten die dat heeft op het verdere leven. Na lang uitstel wegens corona heeft Suijker de eer om de eerste première in de Koninklijke Schouwburg te spelen. Het uitstel is begrijpelijk want Every Brilliant Thing is een intieme voorstelling, die samen met het publiek tot stand komt. De tribunes staan rondom de speelvloer zodat de speler gemakkelijk met de aanwezigen in gesprek kan gaan, ze kan aanraken, of een kortstondige relatie opbouwen.

Subtiel voert Suijker enkele publieksleden op als personages in zijn verhaal. Het is telkens even spannend: de vrouw die de schoolpsycholoog moet spelen, de man die de vader speelt, de docente, de geliefde, ze voelen zich aanvankelijk duidelijk wat ongemakkelijk. Maar Suijker stelt hen (en de rest van het publiek) op charmante wijze gerust.

Zo neemt de verteller ons vrolijk meanderend mee langs de pieken en dalen van zijn niet altijd florissante leven. Als zevenjarige begint hij zijn briljante lijst met ‘ijsjes’ en ‘de kleur geel’. Later worden de dingen op de lijst complexer, poëtischer. Hij maakt invoelbaar wat het leven met een depressieve ouder met je kan doen; de onzekerheid, de angst ook voor te veel vreugde want daarna volgen vaak diepe dalen. Zijn tirade over sociale besmetting legt bloot hoe de media het beeld van depressie en zelfmoordpogingen romantiseren en simplificeren. Every Brilliant Thing doet het tegenovergestelde.

Wat Every Brilliant Thing ook mooi duidelijk maakt, is de kracht van muziek. Opgroeien met muziek (met een platenspeler en een piano in de keuken) die de toon zet voor vreugde, verdriet, verstilling, expressie, liefde, begrip en onbegrip. De voorstelling zit vol muziek, grotendeels jazz en blues, die herinneringen met zich meedraagt en situaties invoelbaar maakt. Mooi is bijvoorbeeld de muziekkeuze van zijn vader: afhankelijk van het genre dat klinkt weet de zoon of hij kan kletsen, knuffelen of beter afstand houden.

Every Brilliant Thing is echt een lekker Brits well-made play. Het is humoristisch en ontroerend, ontregelend en intiem zonder al te confronterend te zijn en glijdt soepel de avond door, met hier en daar wat kippenvel. Suijker speelt innemend, maar nooit te indringend, licht en aanstekelijk, en hij houdt te allen tijde de touwtjes in handen. Wellicht is het een kwestie van smaak, maar iets meer ongemak, iets meer stiltes en schuren, iets meer risico had deze voorstelling op een nog hoger vlak kunnen tillen. Die frictie zit nu eigenlijk vooral in de muziek, zoals de hyperactieve jazz die vader opzet als hij niet gestoord wil worden. Maar Every Brilliant Thing is nu al een bijzonder fijne voorstelling die velen zal meeslepen en ontroeren.

Foto: Fred Debrock

Theaterkrant was ook bij de opvoering door Tamar van den Dop.