In een cursuszaaltje in het Noord-Hollandse Bergen komen vier deelnemers en een cursusleider bij elkaar. Door middel van euritmie, een expressieve en therapeutische danskunst, moeten de deelnemers hun vrouwelijke kracht ontdekken. Al snel blijkt dat iedereen zo zijn eigen agenda heeft. Rob de Graaf levert met Euritmie een vernuftige, uiterst slimme tekst af.

Met Euritmie presenteert De Gemeenschap waar het gezelschap in uitblinkt: gedegen komisch teksttoneel. Cursusleider Hedwig is meer bezig met zichzelf en met de controle die ze uitoefent, dan met wat ze de deelnemers precies leert. Dendra komt hier al acht jaar, Chrissy komt niet uit haar schulp, Sloes eist structuur van de cursus, en zakenman Siebe Jan wil het vrouwelijke in zichzelf veroveren.

Euritmie is een satire op spirituele welzijnsdogma’s. Dat komt met name naar voren in de tekst, want er wordt in de voorstelling voornamelijk gepraat: in wollige, metaforische taal worden nieuwe oude structuren van de wereldorde gepretendeerd. De dialogen en monologen worden een paar keer afgewisseld met euritmie-dansfrasen, soms begeleid door sober pianospel. Een rookmachine, een laminaten vierkant en een gordijn vormen het decor.

Juist het vele praten zorgt ervoor dat de personages elkaar niet vinden. Zo probeert Dendra continu een persoonlijk een-op-een gesprek aan te knopen met Hedwig. Hedwig zit zo vast in haar eigen patronen dat ze dat alleen maar kan afstoten: ‘Ík besta niet, ik ben een instrument, een tool. Je kunt alleen delen met het collectief.’

De tekst draagt de voorstelling, maar de acteurs dragen de tekst. Het spelplezier spat ervan af en dat maakt Euritmie een feestje om naar de kijken. Met name Anneke Sluiters als Hedwig is een genot om naar te kijken: een onzekere tiran die krampachtig de touwtjes in handen houdt en geen tegenspraak duldt.

De voorstelling steekt vooral de draak met de hypocrisie van dit soort spiritualiteit, en het conservatieve gedachtegoed dat daarachter schuilgaat. Perfect is de monoloog van Siebe Jan, waarin hij haarfijn uitlegt hoe mannen en vrouwen in elkaar zitten: ‘Vrouwen, die zien water en meel en maken dan vanzelf brood! En ze weten zelf niet eens waarom! Ik kan daar als man óók voor kiezen.’

Slim is de manier waarop de humor wordt aangescherpt door de reële gevaren van Hedwigs gedachtegoed aan te stippen. Af en toe vang je een glimp op van hoe racistisch en homofoob zij eigenlijk is. Deze onderstroom had meer onderzocht kunnen worden, maar tegelijkertijd was juist het sluimerende gehalte van dit gevaar een goede aanvulling op de meer vrijblijvende schertsen.

De welzijnscursus is niet de achtergrond waartegen al deze miscommunicaties zich afspeelt, maar is een wezenlijk onderdeel van waarom deze mensen zijn zoals ze zijn. De Graaf toont zich een meester in het politieke in het persoonlijke vinden. Er hoeft nergens een directe link te worden gelegd met huidige extreemrechtse trends om de dreiging daarvan te voelen in het huis-tuin-en-keukenleed van deze vier mensen.

Soms zit het satirische en komische de diepgang in de weg. De ontwikkeling die de cursisten en de cursusleider meemaken is vermakelijk en onvermijdelijk, maar te oppervlakkig om je met stof tot nadenken de zaal uit te sturen. Er worden interessante vragen opgeworpen, zoals hoe en of je jezelf daadwerkelijk kunt veranderen, en hoe je toenadering zoekt tot elkaar, maar er wordt niet per se lang en diep gezocht naar mogelijke antwoorden op die vragen.

Des te interessanter is de herkenbaarheid die de personages zelf, bijna los van het verhaal, oproepen. Het zijn typetjes, clichés, van hun woorden tot hun outfits, maar we kennen deze mensen. Het zijn de momenten waarop deze mensen keuzes beginnen te maken, dat de brug van typetje naar personage wordt geslagen. Daarin vindt Euritmie een aantal verstilde, ontroerende momenten, die deze personen invoelbaar en echt maken.

Foto: Sanne Peper