Op het verlanglijstje van Josse De Pauw en Dirk Roofthooft staat al lang de eenakter Escorial van Michel De Ghelderode. Bij Muziektheater Transparant spelen zij koning en nar. In het immense paleis van Filips II kwamen macht, religie en lust samen. Ook de Grote Kerk van Veere domineert en imponeert zijn omgeving. Een sterke en betekenisvolle locatie voor het Zeeland Nazomerfestival, en een ruimte die recht doet aan de uitstekende zang van Collegium Vocale Gent.

Het paleis is somber, verlopen en in zichzelf gekeerd. ‘Op de troon de waanzinnige,’ kondigt de nar aan­. De koning zit grimmig en hoog. Elk geluid is hem te veel. Klokken luiden, honden blaffen en janken, wat de hij opvat als een dreiging van buiten. Doodsklokken, onrust omdat dieren dreiging voorvoelen. Ergens achter hem ligt de koningin te sterven.

De verhouding tussen koning en nar is verstoord, de stemming is bedrukt, maar toch vraagt de vorst om vermaak. Na wat obligate en plichtmatige grappen stelt de nar hem voor van rol te wisselen. Dat geeft een interessante kijk in de geest van de ander, maar geen verlichting. De koning heeft zijn vrouw vergiftigd, de nar was haar minnaar.

In de immense ruimte van de Grote Kerk van Veere is een grote houten kist opgericht. Om boven bij de troon te komen moet je je staande kunnen houden op schuine driehoekige vlakken; de kans op uitglijden en vallen is groot. De macht in Escorial is naar binnen geslagen en heeft een defensief karakter. Er gaat geen energie of uitstraling vanuit.

Michel de Ghelderode (1898-1961) schreef zestig toneelstukken. Kort na de Tweede Wereldoorlog was hij een succesauteur, maar door de opkomst van de absurdisten verdween hij naar de achtergrond. Hij wordt niet vaak meer gespeeld, terwijl hij toch een kandidaat was voor de Nobelprijs. De Pauw laat zien dat zijn werk nog steeds tot sterk theater kan leiden.

Omdat Escorial wel een goede, maar geen avondvullende tekst is, is er volop ruimte voor muziek. Josse De Pauw werkte in Ruhe al eerder samen met zangers van het befaamde Collegium Vocale Gent. Transparant  combineert vaak oud en nieuw werk. Naast prachtige stukken van Lassus, bijna op het jaar af een tijdgenoot van Filips II, klinkt nieuw werk van George Alexander van Dam. Hij laat in zijn speciaal gecomponeerde stukken de honden en klokken horen die de koning gek maken. Vaak past het begin goed bij de muziek van Lassus, om dan steeds meer in de dissonanten te splijten die je ook vermoedt in de geest van de koning.

Josse De Pauw speelt de koning stug en getergd. Alles wat hij zegt komt met weerstand uit zijn mond, alsof hij elk contact met de wereld buiten hem als een concessie ziet. Toch spreekt hij tamelijk veel: misschien is de stilte nog benauwender.

In de lach van zijn nar, een sterke rol van Dirk Roofthooft, zit geen plezier. Inwendig huilt hij om zijn koningin, van wie hij de minnaar was. Hij is beweeglijk, maar ondanks zichzelf, alsof hij de motoriek die zijn beroep vraagt nog niet in overeenstemming heeft kunnen brengen met zijn stemming. De wanhoop puilt door zijn handelen heen.

Escorial is een intelligent vlechtwerk van leven en dood, van angsten en irritaties, van verdriet en opgevreten woede, van macht en het onvermogen daar iets nuttigs mee te doen. Mooi, somber theater, begeleid door hemelse en hemeltergende klanken, waarin de nar het loodje legt en de beul overblijft als een speelse evenwichtskunstenaar.

Foto: Lex de Meester