Micha Wertheim maakt dit seizoen twee experimentele kleine-zaal-voorstellingen, die samen een tweeluik vormen. Ergens anders, het eerste deel, is inderdaad experimenteel te noemen: het is een cabaretvoorstelling zonder cabaretier. Dit moest tot op het laatste moment geheim blijven en daarom verschijnt deze recensie pas na de laatste voorstelling. Conclusie: Wertheim verlegt opnieuw de grenzen van het genre cabaret.

Op het toneel staat een grote stereo-installatie. Bij aanvang klinkt uit de speakers een live uitzending van het radioprogramma Kunststof, waarin Wertheim zelf te gast is. In eerste instantie lijkt dit een ‘echte’ uitzending, totdat de interviewer na ongeveer een kwartier aan Wertheim vraagt of hij op dit moment niet in het theater zou moeten zijn. Nee, antwoordt Wertheim. ‘Daarom heet de voorstelling dus Ergens Anders.’

Dit is de spannende opening van Ergens Anders. Op het moment dat Wertheim in dit nagespeelde radio-interview heeft aangekondigd dat hij er niet zal zijn, ontstaat er wat geroezemoes in de zaal. Zou Wertheim echt niet komen opdagen? Of staat hij stiekem in de coulissen en stelt hij het moment uit waarop hij het toneel op moet? Maar nee, Wertheim komt niet het toneel op. Dit is een voorstelling zonder cabaretier.

In Ergens Anders speelt het publiek een belangrijke rol. Het voert via koptelefoons opdrachten uit op het toneel. Ondertussen horen we de stem van Wertheim op band, die ons een – naar eigen zeggen – waargebeurd verhaal vertelt. Dit verhaal begint op het moment dat Wertheim in zijn huiskamer naar een luisterboek aan het luisteren is. De toeschouwers met koptelefoon bouwen op het toneel Wertheims huiskamer na. Dit is een slimme ingreep, want hiermee zijn zij niet alleen toeschouwers die opdrachten uitvoeren via een koptelefoon, maar zijn zij ook acteurs die Wertheim spelen, de Wertheim die in zijn huiskamer naar een luisterboek luistert.

Behalve het publiek speelt ook techniek een erg belangrijke rol in de voorstelling. Er is natuurlijk de stereoinstallatie, die naast radio-uitzendingen ook cassettebandjes en platen afspeelt. Daarnaast is er een printer die blaadjes uitspuugt die door een toeschouwer op rij 1 moeten worden voorgelezen. Ten slotte is er nog een klein, menselijk robotje met de stem van Wertheim (maar dan vervormd), dat ons op grappige wijze vertelt over het moeilijke bestaan van een robot, die nergens aan de bak komt en zeker niet in Hilversum, want daar hebben ze liever ‘echte’ mensen.

Wertheim is er met deze voorstelling opnieuw in geslaagd de toeschouwer te ontregelen. Dat heeft Wertheim altijd gedaan: in zijn voorstellingen speelt hij voortdurend een spel met de verwachtingen van het publiek en met de conventies van het genre cabaret. Een cabaretvoorstelling staat of valt met de aanwezigheid van de cabaretier. Misschien nog wel meer dan in andere theatergenres is die onmiddellijke aanwezigheid en het directe contact tussen cabaretier en publiek doorslaggevend. Wertheim doorbreekt die verwachting radicaal door zelf afwezig te blijven. Dit verklaart de woede bij een deel van het publiek. In een interessante reportage van NRC Handelsblad van vandaag is te lezen dat sommige toeschouwers wegliepen wanneer bleek dat Wertheim er niet was. Soms vroegen ze zelfs na afloop hun geld terug.

Die boze reacties doen weinig recht aan de voorstelling. Want zoals altijd is Wertheim er niet simpelweg op uit om het publiek te choqueren of de zaal uit te jagen. Ergens anders is een zeer doordachte, gelaagde en spannende voorstelling, die interessante vragen stelt over aanwezigheid. Wertheim laat zien dat aanwezigheid een gelaagd begrip is en dat het onderscheid tussen aan- en afwezigheid in een technologisch en gemediatiseerd tijdperk niet altijd helder is. In deze voorstelling is het niet de cabaretier met een lichaam die de voorstelling speelt, maar vooral de techniek: de radio, het cassettebandje, de robot. Maar hierin is Wertheim, als auteur en stem, wel steeds aanwezig, en reflecteert hij op de grenzen en beperkingen van aan- en afwezigheid.

Het is duidelijk te zien dat Wertheim zich in deze voorstelling niet in de eerste plaats door cabaret, maar door theater heeft laten inspireren. In het theater wordt al langer met de afwezigheid van de performer of de acteur geëxperimenteerd. Er werden de afgelopen decennia veel voorstellingen gemaakt waarin de mens vervangen werd door techniek of waarin het publiek een hoofdrol kreeg. Wat Wertheims voorstelling zo radicaal maakt, is vooral dat hij deze technieken inzet om de cabaretvoorstelling te deconstrueren.

Behalve een spel met de conventies van het cabaret en een onderzoek naar aanwezigheid en afwezigheid, vertelt Wertheim in deze voorstelling voor het eerst in zijn oeuvre een (waargebeurd) verhaal dat niet in de eerste plaats grappig of satirisch is, maar eerder serieus of ontroerend. Dit is een interessante stap in Wertheims werk, waarin de emotie en de ontroering nooit een belangrijke rol hebben gespeeld. Op dit punt is Wertheims experiment echter niet helemaal geslaagd. Wertheim vertelt een in potentie ontroerend verhaal over de dood van een vriendin, maar dit verhaal bevat zoveel afstandelijke reflectie en metacommentaar dat het niet werkelijk ontroerend is. Wertheim is zich hier natuurlijk van bewust – het verhaal gaat namelijk deels over zijn eigen onvermogen om directe emoties te ervaren en een emotioneel verhaal te vertellen. Daarmee is Wertheim zijn critici – zoals wel vaker – een stap voor door die kritiek al te integreren in zijn voorstelling. Maar dit laat onverlet dat Wertheims verhaal, door alle dubbele bodems en het metacommentaar, zijn emotionele kracht verliest.

Ten slotte is het jammer dat Wertheim zijn voorstelling niet, of pas na de laatste voorstelling, wilde laten recenseren. Wertheim leek erg bang dat het ‘geheim’ van de voorstelling verklapt zou worden en vraagt in de voorstelling ook expliciet aan het publiek om de inhoud niet verder te vertellen. Hiermee doet Wertheim zijn eigen voorstelling tekort. Hij reduceert zijn voorstelling hiermee tot de gimmick van de afwezige cabaretier. Natuurlijk speelt de spanning rondom Wertheims aanwezigheid – komt hij nog of komt hij niet? – een rol in de voorstelling, maar de voorstelling is meer dan dat en ook als je van tevoren al weet dat Wertheim er niet is, is de voorstelling nog interessant. Ergens anders is een gelaagde voorstelling, die aanzet tot denken en zeer nieuwsgierig maakt naar het volgende deel van dit tweeluik.

Foto: Gijsbert van der Wal