Ze had een andere taal nodig om zich uit te drukken, vertelt regisseur en actrice Mónica Calle bij aanvang in gebroken Engels. De taal van het theater was ontoereikend voor wat ze wil vertellen en dus duikt ze samen met twaalf andere actrices in de werelden van dans en klassieke muziek. Ongeschoold en ongetraind gaan ze de disciplines te lijf. Ensaio para uma cartografia is een oefening in geduld, doorzettingsvermogen en kwetsbaarheid.

De Portugese Mónica Calle heeft voor Ensaio para uma cartografia (letterlijk: ‘repetitie voor een cartografie’) haar toneeltaal volledig gestript: het ensemble staat volledig naakt op het podium, Calle incluis, en de attributen zijn beperkt tot de snaarinstrumenten die worden bespeeld en de spitzen waarop wordt gedanst. Ook het lichtontwerp (van José Álvaro Pereira) is minimalistisch en verandert enkel wanneer de scène zelf ook verandert.

De performance is grofweg opgedeeld in drie verschillende soorten oefeningen, waarin de actrices ongetraind een eenvoudig ogende frase uitentreuren herhalen, onder begeleiding van Ravels ‘Bolero’. In de eerste uitvoering horen we een dirigent de muzikanten keer op keer onderbreken, wat ook de groep dansers doet stoppen. De muziek moet en zal perfect worden uitgevoerd, waarbij de fysieke en mentale staat van de uitvoerders niet in acht genomen lijkt te worden. Het contrast tussen de perfectionistische visie en de onmogelijkheid van een perfecte uitvoering door ongeschoolde dansers is interessant, maar wordt verder nergens in de voorstelling uitgediept.

Een aantal keer pakken de actrices ook de snaarinstrumenten op en pogen een fragment klassieke muziek te spelen. De instrumenten zijn duidelijk niet goed gestemd en de muzikale kwaliteit van de uitvoering laat veel te wensen over. De pogingen om samen een frase in harmonie te spelen zijn licht ontroerend, maar het blijft onduidelijk waarom het nodig was om in dit onderzoek ook ongetraind klassieke muziek te spelen. Het zijn wat geestige intermezzo’s, maar omdat er van meet af aan geen enkele zuivere noot klinkt, voelen de onderbrekingen wanneer iemand uit de maat speelt ietwat gekunsteld en afgesproken.

Zo zitten er meer momenten in de voorstellingen die te afgesproken en gelikt voelen voor wat een onderzoek naar kwetsbaarheid en doorzettingsvermogen moet zijn. Het gros van de spelers maakt nauwelijks tot geen oogcontact met de anderen, waardoor het gevoel dat zij dit gezamenlijk aangaan minder vaak aanwezig is dan dat je zou hopen. Bij vlagen voelt het alsof de actrices op individuele eilandjes al dansend tot het uiterste gaan, waardoor het meer op een marteling lijkt dan een gezamenlijke duik in het diepe. Door zich door de pijn en vermoeidheid heen te grijnzen of juist emotieloos voor zich uit te kijken, lijkt het alsof ze maskers opzetten om hun kwetsbaarheid te verbergen. Anderzijds kan je dit ook zien als extra toewijding aan het experiment: van geschoolde klassieke dansers wordt ook verwacht dat zij geen pijn of uitputting tonen op het podium.

De mooiste momenten zijn die waarop de kwetsbaarheid en de pijn het meest zichtbaar worden. In de slotfrase wordt nog eenmaal de choreografie op de ‘Bolero’ herhaald, ditmaal langer dan voorheen en ononderbroken. De driehoeksformatie is ingewisseld voor een lange, horizontale lijn van lichamen, in harmonie met elkaar, voor zover dat nog mogelijk is na ruim anderhalf uur ongetraind te hebben gedanst. De handen vlak en plat als enige grens tussen de verschillende lichamen. Maria Dinger, die in de voorafgaande scène ongetraind een indrukwekkende solo op spitzen danste, vecht zichtbaar door de pijn in haar voeten en inmiddels trillende benen. Hier grijpt Lucília Raimundo haar hand vast en beiden glimlachen breeduit. Omdat fysiek contact tussen de actrices praktisch de hele voorstelling vermeden wordt, lijkt dit onderlinge contact niet vooraf afgesproken. Het is een van de helaas zeldzame momenten waarop het zichtbaar is dat de actrices samen deze lijdensweg bewandelen en samen tot het einde zullen doorvechten.

Wie hardcore endurance art verwacht waarbij je een performer volledig tot hun fysieke en mentale grenzen ziet gaan, komt er bij Ensaio para uma cartografia bekaaid vanaf. Toch wekt de herhaling en het doorzettingsvermogen van deze diverse groep actrices een bepaalde ontroering op. De uitvoering van de dans en muziek is verre van perfect, maar dat is juist het punt: een nieuwe taal leer je niet zomaar. Een nieuwe taal leren is in de eerste plaats een kwestie van oefenen, oefenen en nogmaals oefenen. Niet opgeven, hoe simpel en gefrustreerd je ook raakt van de oneindige herhaling. En dat is wat Ensaio para uma cartografia uiteindelijk in de kern is: een oprechte poging om een nieuwe taal meester te worden.

Foto: Bruno Simão