De 31-jarige, in Zürich geboren, in Cambridge en Australië opgegroeide regisseur Simon Stone maakt snel internationaal furore. Binnen zeven jaar groeide hij uit van aanstormend talent in Sydney, tot een van de vier huisregisseurs bij het Theater Basel. Het Holland Festival toonde in 2013 zijn absolute hit, Ibsens De wilde eend en een jaar later Seneca’s Thyestes. Toneelgroep Amsterdam contracteerde hem, waarna Marieke Heebink in Medea (2014) prompt goed was voor een Theo d’Or. Komend voorjaar volgt Husbands and Wives, ook bij TA, ook op het Holland Festival.

En nu zijn eerste regie bij Theater Basel. Angels in America, Tony Kushners stuk uit 1991, kent in Nederland twee recente topproducties. Ivo van Hove trok in 2014 volle zalen in New York met de herneming van zijn succesvolle regie bij Toneelgroep Amsterdam uit 2008. Afgelopen seizoen regende het sterren voor Marcus Azzini bij Oostpool. Hans Kesting en Jacob Derwig zijn als Republikeinse advocaat Roy Cohn maar moeilijk van het netvlies te krijgen.

Het tweedelig stuk handelt over het leven van een groep ingenieus aan elkaar verbonden individuen bij de opkomst van aids in de jaren tachtig. Achtergrond is het Republikeinse Amerika van Ronald Reagan. De dodelijke ziekte die vooral de homogemeenschap trof, schokte de wereld. De aanvankelijke ontkenning, buiten en binnen de homogemeenschap, werd gevoed door sentimenten van angst. Kushners personages verwoorden deze feilloos. Maar die ziekte is een symptoom voor meer: het leidt tot het bevragen van conflicterende levensvisies in een politiek neoliberaal klimaat. Ideologieën klinken door in religieuze en politieke opvattingen. Stone geeft zijn eigen antwoord op de soms opborrelde vraag over de houdbaarheid van het stuk. De kern, zo benadrukt hij, ligt in twee andere ziekten: die van het kapitalisme en van religieuze intolerantie. Actuelere thema’s zijn anno 2015 niet denkbaar.

Stones Angels biedt een minder scenisch uitgeklede versie dan eerdere versies. De twijfels en angsten worden gespeeld met een combinatie van psychologisch realisme en lichte distantie. Michael Wächter en Pia Händler spelen het ongelukkig Mormoonse echtpaar Jo en Harper voelbaar naïef. Hij ontkennend homoseksueel, zij een aan pleinvrees lijdende echtgenote, hallucinerend door valium. Zij bestookt hem met vragen, hij kijkt tv of poetst zijn tanden. Florian Jahr als twijfelende joodse denker Louis, blijkt niet in staat boven zijn existentiële angsten uit te stijgen wanneer zijn vriend Prior aids krijgt. Prior (Nicola Mastroberardino) vreest de dood, met veel dramatiek. Roy Cohn (Roland Koch), een manipulerende en machtsbeluste republikein, ontkent vooral zichzelf. Alleen de verpleger Belize (Simon Zagermann), met zonnebril, kettingen en rode sneakers, is tot zuivere compassie in staat.

Het scala aan nevenpersonages zwermt eromheen. Stone kleedt ze concreet aan: van rabbi met gebedssjaal tot de dode joodse landverraadster Ethel Rosenberg in jas met bontkraag. Ook de Engel krijgt fysieke vorm. Ze verschijnt als seksueel wezen in strakke regenjas op rode hoge hakken. Aan het eind van deel een doorbreekt ze letterlijk met een klap de wand tussen hemel en aarde. Daarna blijft het door die opening alleen nog maar sneeuwen. En langzaam vervangt symbooltaal elke werkelijkheidsillusie.

Het toneel oogt deels als een open kleedkamer, met volle kledingrekken en kaptafels, voor elke acteur een. We zien verder een huiskamer met sofa en televisie. Een slaapkamer, een bureautafel met stoelen. Maar realisme is het niet. Acteurs verplaatsen zich vrijelijk. De slaapkamer van Harper en Jo is het volgende moment de slaapkamer van Prior. In een van haar buien smijt Harper met meubilair en verdwijnt volledig in de sofa. Om daar even later uit te komen in een wolk van opgespoten veertjes, gevolgd door haar imaginaire vriend. Voor deel twee is het plafond naar beneden gehaald. Priors confrontatie met de kring van Engelen, en zijn weigering zich voor hun kar te laten spannen, speelt zich af tussen de kabels. Het bovennatuurlijke is de achterkant van het decor: de hemel is de plek waar aan de touwen wordt getrokken. Maar Prior verkiest de aardse fictie, en daalt af naar het toneel.

Kushner is een begenadigd dramaschrijver. En Stone ontegenzeggelijk een interessante regisseur. Eigenzinnige tekstbewerking met energiek spel zijn zijn handelsmerk. Maar de voorstelling lost niet alle verwachtingen in. Dialogen komen niet in alle scènes even makkelijk tot stand. (De veelvuldig te horen en zichtbare souffleuse bleek die avond een hoofdrolspeler). En deze Roy Cohn miste de onderdrukte dreiging van de neoliberale kapitalisten van toen en vandaag. Zijn republikeins gedachtengoed en litanie over het belang van de natiestaat is eerder komisch dan gevaarlijk.

Foto: Sandra Then