Zangeres Frédérique Spigt en actrice Annet Malherbe, vriendinnen, vonden dat ze samen het podium op moesten. Of eigenlijk vond vooral Fré dat, al lang. Toen Annet een gaatje kon vinden in haar drukke bezigheden kwam het ervan: lekker samen liedjes van Elvis zingen.

Eigenlijk was Elvis een beetje te beschaafd voor Fré, maar toen ze haar wildste veren had laten vallen, haar veiligheidsspeld uit haar wang had getrokken en van punk cowboy was geworden, ontdekte ze een schat aan liedjes die ook nog goed bij haar stem en uitstraling pasten. Dat actrice Annet Malherbe wel te strikken is voor uitstapjes als gelegenheidszangeres weten we van de bonte avonden bij Orkater, maar ze ging muzikaal niet eerder zo met de billen bloot: Elvis never left the building gaat twee maanden toeren.

De two-lady-show laat zich beluisteren als een greatest hits-dubbel-cd: van Suspicious minds, I can’t help falling in love, You were always on my mind en Let it be me tot Heartbreak Hotel, That’s all right mama, Devil in disguise en Jailhouse rock. Naast de ballad-Elvis en de rock-‘n-roll-Elvis komen ook  de Hawaii-Elvis, de country-Elvis en de gospel-Elvis voorbij. De man heeft heel wat stijlen afgegraasd voordat hij op zijn tweeënveertigste geheel vervet stierf.

Met de beelden van de rouwstoet begint de voorstelling; met zijn eerste krakerige opname, een singeltje voor zijn moeder, eindigt ze ongeveer. Heel af en toe heeft La Spigt een verhaaltje, maar daar is niet overdreven veel  aandacht aan besteed. Regisseur Titus Tiel Groenestege is een dagje langs geweest, ‘maar die vond alles eigenlijk al goed’, vertelt ze. Jammer, want hij had meer verhaal in de show kunnen brengen en Malherbes acteerkwaliteiten veel beter kunnen uitspelen.

Het bandje is dik in orde. Malherbe nam de ritmesectie van huis mee, met Mees van Warmerdam op drums en zijn broer Houk op bas. Roel Spanjers ( toetsen) en Janos Koolen (gitaar) zorgen voor uiterst prettige stijlvaste accenten en soli. Jammer dat er geen blazers bij zijn.

De belangrijkste vraag is natuurlijk: hoe verhouden de acterende zangeres en de zingende actrice zich tot elkaar? Spigt is met dit repertoire als een vis in het water. Ze doet Elvis niet na, maar zoekt naar wat de liedjes haar te zeggen hebben en wat zij ermee wil. Malherbe kan soms leuk meekomen, trekt haar keel zo nu en dan verdienstelijk open, maar valt soms ook door de mand. Ze geeft In the ghetto een meisjesversie, en als ze ‘I’m evil‘ zingt, en ‘My middle name is misery‘ (Trouble) geloof je daar niks van. Elvis kun je niet zingen met de handrem erop.  Een stukje drummen als curiositeit en oubollige dansjes helpen dan ook niet. Het zal in de loop van de tour wel beter gaan: zangeres is een vak en oefening baart kunst. Rotterdam koestert zijn iconen en Fré’s thuiswedstrijd in het Oude Luxor was een succes, maar de voorstelling kan duidelijk beter.