Julidans 2021 opende op 1 juli in de Rabozaal van ITA met de tragikomedie ELENIT van de Griekse theatermaker en choreograaf Euripides Laskaridis uit 2019. Het is fijn associëren bij de reeks intrigerende beelden; met elementen uit clubcultuur en burlesque, volksdans en sprookjes werd het een vervreemdende, bomvolle avond over het bevechten van je plek, een mooie afsluiter van de internationale Pride maand.

De lichamen in ELENIT vallen in twee categorieën uiteen: de zichtbare en de onzichtbare. De zichtbare zijn gestoken in prachtige kostuums van Angelos Mentis. Zo zien we onder meer: Elenit zelf, in een fantasievol poederroze pruikentijdkostuum, een wezen dat haast niet anders te beschrijven is als de liefdesbaby van Penney de Jager en een glimmende groenblauwe T-rex, een driftig klein bouwvakker-heksje en Dorothy uit de Wizard of Oz, maar dan met acute narcolepsie. Deze figuren eisen de spotlight op met hun fantasie, emotie en dadendrang.

Buiten de spotlights zijn er in het zwart gestoken figuren die de anderen en diverse objecten in het licht zetten of met special effects uitlichten: rook, spiegels, karretjes. Poppenspelers zijn het. De vaak komische effecten die hun manipulaties genereren worden regelmatig kluchtig aangezet. Er is veel te lachen.

Zo bezien zijn de lichamen die zich tussen het decor begeven kunstmatig. Ook hun taal is kunstmatig; Elenit heeft een stapel boekjes waaruit ze in een gevoelig intonerende brabbeltaal voorleest. Het eerste woord dat je verstaat is ‘au’ wanneer ze na de eerste scène van haar absurd hoge schoenen dendert. De andere personages uiten zich vloeiend in dezelfde taal en drukken zonder herkenbare woorden hun verdriet, frustratie, onschuld of dominantie uit. Dit alles met stemvervormers, van achter verschillende maskers en van onder pruiken. Alleen de DJ (sound designer Giorgos Poulios) heeft geen taal. En juist voor hem gaan alle armen de lucht in.

De kunstmatige lichamen worden voortdurend te kijk gezet als kunstmatig: een been wordt uit het heupgewricht losgetrokken, de borsten van Elenit hangen als een los lapje stof over de jurk, personages trekken een kaal oudemannenmasker over hun hoofd. De redderende en hoog emotionele huisvrouw heeft een prachtig volle zwarte snor. De personages zijn mensen die over traditionele of verondersteld ‘natuurlijke’ grenzen heen gaan. Ze vormen een queer community. Een gemeenschap die veel te bevechten heeft en waarvan de leden nog altijd – kijk naar Rusland, Hongarije, maar ook dicht bij huis – vaak worden weggezet als ‘monsters’.

De wereld waarin ze op het toneel bewegen is al even kunstmatig: het decor toont een windturbine links (Don Quichot anno 2021?) en een DJ-booth rechts. Op deze dansvloer wordt iets bevochten. De gemeenschap geeft vorm aan de wereld, bijvoorbeeld door met spiegelende stukken metaal een grot te bouwen. Daar voeren ze een groepsdans uit die oude volksdansen in herinnering roept, traditioneel een manier om gemeenschappen te versterken. Het is ontwapenend te zien hoe de personages elkaar opzoeken, elkaar zien en hun lichamen voor en met elkaar bewegen. Hoe kunstmatig ook, ze dansen. En weg van alle kolder: dansen is leven. ‘What is your problem?’ vragen ze met zoet vervormde stemmetjes aan hun publiek. Luid en duidelijk verstaanbaar. Wat is het probleem eigenlijk?

Foto: Julian Mommert