Acht jaar was Alex Ploeg single, maar nu heeft hij de liefde gevonden, en het stel woont ook nog eens samen. Heel fijn voor hem. Dat levert wel wat praktische problemen op, zoals ‘masturbatiemanagement’ (je kunt niet op elk gewenste tijdstip rukken), maar ook veel geluk. Nu wil een ijzeren wet dat verliefdheid doorgaans niet lekker samengaat met goede comedy. De verliefdheid van Alex Ploeg vormt helaas geen uitzondering op die wet.

Alex Ploeg (1985, Haren) meldde zich in 2014 na zijn mislukte studie filosofie en een paar jaar lanterfanten bij het comedygezelschap Comedytrain. Twee jaar later won hij de publieksprijs op cabaretfestival Cameretten en in 2018 knalde hij met zijn debuutvoorstelling Ultimatum, die ook op Netflix te zien is. Het leverde Ploeg zeer terecht een nominatie op voor de Neerlands Hoop (gewonnen door Peter Pannekoek) en in de landelijke kranten werd hij bestempeld als hét talent van de toekomst. Maar ja, dan moet het tweede programma nog komen, dat misschien nog wel een grotere test is dan het debuut. En dat valt helaas nogal tegen.

Nadat Ploeg, nog voordat hij een woord heeft gesproken, door het uitzinnige premièrepubliek met gejuich en gefluit is onthaald, zoals dat voor een Netflix special de dwaze verplichting lijkt te zijn, vertelt hij dat hij maar moeizaam door de coronatijd is gekomen. Het virus kreeg hem gelukkig maar mild te pakken, dus er was genoeg tijd om allerlei projecten aan te pakken. Een nieuw instrument, een nieuwe taal misschien. Maar eigenlijk kwam er niets uit zijn handen. Hij was niet meer dan ‘een gast op de bank’, die het aanbod van alle streamingsdiensten inclusief Pornhub op een gegeven moment ‘uit had’. Het enige wat er door zijn kop bleef malen was de vraag: ben ik wel een echte man? Als je gevoelig bent en niet van voetbal houdt, kan dat in een machosamenleving weleens een existentiële vraag zijn, waar je als comedian wat mee kan.

Na een slome opening over het contact tussen artiest en publiek komen we zeker een aantal leuke stukken tegen. Zoals de ongemakkelijke situatie wanneer je als niet-voetballer in het park een bal voor je voeten krijgt van een groep spelende kinderen, en een kritische kijk op het fenomeen spoken word.

Een heel slecht stuk in de rol van een arrogante Gutmensch en een lading buitengewoon middelmatige, makkelijke seksgrappen lijken het bewijs dat de lockdown en de gesloten theaters de inspiratie behoorlijk hebben aangetast. Ploeg lijkt meer impulsen van buiten (en misschien wat ruzies thuis) nodig te hebben om het niveau van zijn eerste show te halen.

Het slot van Ego is echt vuurwerk van grote klasse, een mix van hardrock en een alternatieve carnavalskraker en een visuele grap die boven al het voorafgaande uitsteekt. Pats, boem, einde, notitieboekje opgeborgen, applaus. Zou je denken. Nee, er komt nog een liedje voor zijn geliefde, met een prachtige melodie en mooi gitaarspel, maar met een suikerzoete tekst waar de ingewanden problemen mee hebben. Als het een grap is, dan is het een hele matige grap. Als het serieus bedoeld is, dan had Ploeg het beter alleen maar thuis kunnen zingen.

Beeld: Mark David