Eerste liefdes zijn vaak onwennig en een beetje onhandig, laat Danstheater Aya zien in Eerste keer (voor jeugd vanaf 12 jaar). Je probeert iets, stuntelt en gaat onderuit.

De voorstelling, in regie van Wies Bloemen, bestaat uit twee delen. Opgesplitst in vier groepen woont het publiek eerst twee solo’s bij. Zo zitten toeschouwers in kleermakerszit op het podium vlakbij Aya-dansers Rick Reekers en Jenice de Haan. In hun verhalen zijn de dansers onzekere pubers die blijven twijfelen, uit de dansintermezzo’s blijkt hun vastberadenheid. Het zijn mooie scènes, even humoristisch als indrukwekkend.

Dan worden de dansers en toeschouwers herenigd. In het tweede deel van de voorstelling moeten de verhaallijnen uit de solo’s samensmelten. Dit slaagt deels. Op het toneel ontstaat een mozaïek van losse momenten, af en toe een flits van een vervolg op een verhaal uit deel 1. Hoewel het enthousiasme van de dansers aanstekelijk is voor het jonge publiek, laten zij de verhaallijnen (zopas nog zo vakkundig uitgerold) steeds meer uit hun vingers glippen. Eenheid ontbreekt. De dansers vliegen op elkaar af, spannen samen, laten los, maar de verschillende verhalen en personages zweven door de ruimte en vinden geen vaste grond. De vervolgen op solo’s van bijvoorbeeld Reekers en De Haan raken bekneld tussen de scènes van andere koppels die zich ook verdringen om de aandacht van het publiek.

De fragmentarische structuur van Eerste keer werkt echter ook in haar voordeel. Het maakt de voorstelling afwisselend, waardoor een aantal scènes de chaos knap naar de achtergrond drukt. Een gevecht tussen twee jongens om één meisje is komisch en slim; een versierpoging die uit de hand loopt en het troosten daarna aangrijpend. Eerste keer is het sterkst in dit soort intieme scènes, aan elkaar verbonden door energieke choreografieën.