Kees Roorda is een zeer productieve theaterregisseur die vaak zijn eigen teksten schrijft. Hij was succesvol met Waterkou in 2009 en bracht een jaar later op zomerfestivals Eclips met Titus Muizelaar, een tekst die hij schreef nadat zijn moeder hem verontrust belde over een nachtmerrie over het einde van de wereld. Vorige jaar presenteerde hij drie eenakters van Harold Pinter en schreef ook het ontroerende Hondenliefde voor poppenspeler Ulrike Quade.

Met zijn gezelschap Glasshouse is hij nu te zien met Melk en Bloed, volgens Roorda een thriller met tragikomische elementen. We maken kennis met Josella, een eigentijdse, wat naïeve vrouw. Samen met haar man Peter, een mislukte hedendaagse componist, ontvlucht zij de drukte van de stad. Het stel hoopt het geluk te vinden in het isolement van een rurale omgeving. In de fraaie openingsscène voel je direct de krampachtigheid waarmee dat gepaard gaat. Als ze samen met hun nieuwe buren en oude vrienden uit de stad gaan barbecueën, komen onderhuidse driften en cultuurverschillen op pijnlijke wijze naar boven.

Roorda wilde het vooral hebben over de herwaardering van oude waarden, angsten en de schijnoplossingen die mensen daarvoor ontwikkelen. De tekst van Melk en Bloed schreef hij al een paar jaar geleden voor Het Zuidelijk Toneel, maar daar kwam het nooit tot een opvoering. Roorda liet naar eigen zeggen de tekst rijpen. Misschien moet hij dat niet meer doen. De tekst is hier en daar spitsvondig, maar uiteindelijk onbegrijpelijk. Het verhaal schiet alle kanten op en laat je als toeschouwer achter met veel vragen. Dat is jammer want het simpele, fraaie toneelbeeld en de goed spelende acteurs onder wie een als altijd zeer aanwezige Camillla Siegertsz en de prachtige ingetogenheid van Hylke van Sprundel zijn fijn om naar te kijken.