In 2018 kende ik de term ‘immersief theater’ nog niet, anders had ik hem zeker gebruikt in mijn bespreking van het buitengewoon indrukwekkende Marijke Muoi van regisseur Sjoeke-Marije Wallendal. Toen heette het nog gewoon ‘ervaringstheater’: theater waarbij je niet op een stoel zit, maar waarbij je ondergedompeld wordt in een totaalgebeuren door er actief aan deel te nemen.

Maar immersief is hip, zoals onder andere blijkt uit de oprichting van Lab Immersief. Met elementen uit de populaire cultuur (denk aan games en escape rooms) biedt het genre mogelijkheden om een heel nieuw theaterpubliek te trekken.

Ook regisseur Wallendal wil met haar nieuw opgerichte gezelschap Maria Guerrera nu immersief theater maken. Een reis naar de mens is de eerste voorstelling en helaas geen al te indrukwekkende. Met het beloofde ‘aanspreken van alle zintuigen’ wordt voor aanvang al korte metten gemaakt als alle deelnemers een soort witte overall aan moeten trekken en een spatscherm voor het hoofd moeten binden. Tijdens de theatrale wandeling die volgt zal blijken waartoe die uitrusting dient.

Want dat is Een reis naar de mens: niet veel meer dan een wandeling door de catacomben van Theater de Spiegel in Zwolle. Uitgerust met een hoofdtelefoon worden we door een vijftal scènes geleid die cirkelen rond het thema ‘vertrouwen’. ‘Tussen alle mensen bestaat een onzichtbaar netwerk dat gemaakt is van vertrouwen’, zo klinkt het als we in de eerste scène kijken naar een vingercamerafilmpje van een maquette die de aarde moet verbeelden,

In de scène daarna blijkt waarom we zo degelijk zijn ingepakt: er valt wat regen naar beneden. De bedoeling is dat de deelnemers iets doen met de enige beschikbare paraplu: geopend of gesloten doorgeven aan de ander of bijvoorbeeld zo galant zijn de plu voor de ander omhoog te houden. Oei, we zouden eens nat kunnen worden! Mijn gedachten gaan uit naar de voorstelling Suz/O/Suz van La Fura dels Baus, ergens in de jaren ’80 van de vorige eeuw in een loods in Amsterdam. Daarbij werd de bezoekers van tevoren meegedeeld dat ‘aanwezigheid op eigen risico’ was: gelieve daarmee rekening te houden wat de kleding betreft. Immersiviteit avant la lettre.

Ergerlijker dan die overbodige uitmonstering (‘Je bent toch niet van suiker’, zou mijn moeder zaliger gezegd hebben) is de tekst die gedurende de half uur durende voorstelling permanent door de hoofdtelefoon tot ons komt. Als actrice weet Joke Tjalsma haar woorden vaak de juiste dictie te geven, maar als vertelster lijkt haar tamelijk zware stem minder geschikt. Haar articulatie is veel te nadrukkelijk en al gauw begin je je dood te ergeren aan het uitermate zwakke verhaal dat bol staat van clichés. Over dat reizen loslaten betekent, over het belang van ademen. Vaak nogal belerend bovendien, als ons verteld wordt hoe we ons voelen.

En het gaat maar door. En door. En door. Geen pauze. We moeten nog plaatsnemen op een wipwap, met een anoniem contragewicht. Ongetwijfeld bedoeld als een soort oefening in balans, maar zo vreselijk gevaarloos, zo ongelooflijk nétjes. ‘De huid heeft alles door’, zegt Tjalsma ergens. Een gotspe, want juist die huid is zorgvuldig weggemoffeld. In plaats daarvan mogen we een vleugje lavendel ruiken en proeven van een glaasje limonade en een stroopwafel. Immersiever wordt het niet.

Tot het slot. Dan wordt het ineens verregaand intiem als de bezoekers aan twee zijden van een soort knuffelwand elkaars handen mogen aanraken. Blijkbaar was dat het doel van deze saaie reis waar onderweg hoegenaamd niets bijzonders is gebeurd: een kortstondig moment van samenzijn. Anoniem weliswaar maar wel via de huid. En die heeft alles door, immers.

Foto: Erik Franssen