Als een tweeling een theatersucces oplevert, dat moet dat ook met zussen lukken. Zoiets moet Tessa de Loo hebben gedacht, maar vervolgens vergat ze een goed verhaal te schrijven. Een goed nest is flinterdun, dodelijk voorspelbaar, met bordkartonnen personages die geen moment tot leven komen. Doodzonde, want hoe goed Anneke Blok en Henriette Tol ook acteren, het is sjorren aan een dood paard.

Geen cliché blijft het publiek bespaard. Eva, brunette en de oudste, woont op het platteland, is keurig getrouwd met tandarts Richard, maakt haar eigen jam en likeur, en leeft voor haar man, haar drie zoons, de hond en de paarden. Noor, blond en de jongste, is kunstenares in de hoofdstad, verslijt mannen bij de vleet en heeft een dochter, Pauline. De oudste is zorgzaam, de jongste wild. Nu, een beetje, want ze voedde haar dochter tussen alle reizen over de hele wereld naar exposities van haar werk wel in haar eentje op. De oudste hield het gezin draaiende nadat hun depressieve moeder door hun vader was verlaten. De jongste adoreerde uiteraard haar vader. Ze houdt niet van de natuur – ‘een foto van een boom is altijd mooier dan die boom zelf’ – maar had dolgelukkig kunnen sterven toen ze het Noorderlicht zag.

Ze hebben elkaar in geen jaren gezien, maar als Noor naar het platteland komt, kibbelen ze uiteraard meteen over alles. Inderdaad, zelfs de erfenis komt voorbij. Het bezoek heeft uiteraard een reden. Pauline is zwanger en wil nu weten wie haar vader is. Tandarts Richard uiteraard. Hij heeft Noor bezwangerd toen Eva zwanger was van haar eerste zoon. Enfin, drama. Een hoop drank, spruitjes, blaffende honden en nog een maal for oldtime’s sake samen Dancing Queen playbacken. Aan het eind vertrekken ze allebei. Noor kan niet anders dan ‘te leven voor het onvervulbare verlangen’, Eva is wel even klaar met zorgen, maar schiet wel meteen vol als ze aan ‘haar jongens’ denkt.

Zonder tierelantijnen zou Een goed nest al braaf en voorspelbaar zijn, maar in de bewerking die Myranda Jongeling van De Loo’s boek maakte, richten beide zussen zich in terzijdes ook nog rechtstreeks tot de zaal om wat al overduidelijk is nog eens over het voetlicht te brengen. Het eindresultaat is twee goede actrices onwaardig, daar kan zelfs een enkele geslaagde grap niets aan veranderen.

Foto: Sarah Wijzenbeek