Hij is zo’n jongen die het conflict mijdt omdat hij graag aardig wordt gevonden. Die wel een mening heeft, maar liever afwacht dan dat hij de barricaden opgaat. Die natuurlijk links stemt, maar voornamelijk omdat hij daar een goed gevoel aan overhoudt. In Een dunne dekmantel zegt Emilio Guzman het maar eerlijk, want zo is hij nu eenmaal.

De spot drijven met je eigen tekortkomingen, het is een milde vorm van vermaak, maar Guzman gaat in zijn tweede programma een stap verder. Met de actrice Pepita Steins Bisschop voert hij zijn eigen geweten op het toneel. Die praat aanvankelijk braaf met hem mee – het zijn immers Guzmans teksten die ze hier uitspreekt – maar dient hem naarmate de avond vordert steeds steviger van repliek. Want charmant hoor, zo open praten over hoe laf je bent, maar is die zogenaamde bekentenis niet zélf heel laf? Een escape om jezelf uit de wind te houden en veilig te kunnen blijven wie je bent?

Met stand-up philosopher Laura van Dolron zocht Guzman zijn regisseur buiten de cabaretwereld. Een gelukkige keuze. Dolrons neiging om de werkelijkheid te kantelen tot niemand meer buiten schot blijft, inclusief zijzelf, sluit mooi aan bij de goedmoedige cabaretier die zichzelf eigenlijk te genuanceerd vindt om op een podium te staan. Door Guzmans gesprek met zichzelf te presenteren als dialoog houdt ze niet alleen Guzman, maar ook het publiek een spiegel voor.

Binnen deze spannende metavorm – spreekt de actrice nu namens zichzelf of zijn het nog steeds Guzmans teksten? – vertelt Guzman het verhaal van zijn familie. Van zijn broer Javier die verslaafd was aan drank en drugs, maar vooral van zijn oom Leo, een held voor Guzman, een gekke schizofreen voor de rest van de wereld. Dankzij onze verzorgingsstaat was er een plek waar hij prettig kon leven. Die plek is door de crisis wegbezuinigd. Hier raken persoonlijke vertelling en maatschappelijk engagement elkaar en toont Guzman dat hij meer heeft te zeggen dan aardige familieanekdotes. In een ongenuanceerde tirade krijgt alles en iedereen ervan langs: rechtse politici net zo goed als linkse en DWDD als hangplek met cameratoezicht voorop. Zie je wel dat je iets te zeggen hebt, constateert Guzmans geweten tevreden.

Niet dat al dat gescheld en getier ergens toe leidt. Ook hier dient de vorm om iets duidelijk te maken: schreeuwend je mening ventileren is net zo makkelijk als afwachtend op de bank blijven zitten – zonder nuance is het slechts hol gebrul.

Toch is Guzmans donderspeech van belang. In Een dunne dekmantel toont hij niet langer wie hij wil zijn, maar wie hij is. Het resultaat is een dappere, eerlijke voorstelling, een van de meest intrigerende van het seizoen.

Foto: Manja Stroomer