De jongen draagt zijn vader. De vader is zwaar. De zoon draagt hem in zijn armen, op zijn schouders, om zijn heupen. Maar de vader glijdt weg, tussen zijn vingers, ontglipt hem. Niet zo vreemd, gezien het feit dat de vader dood is. Hij praat nog wel, hij beweegt en af en toe danst hij zelfs. Maar hij is dood en wordt langzaam een schim van zichzelf. Ook letterlijk trouwens; zijn lichaam is in staat van ontbinding, het stinkt ontzettend en valt geleidelijk uit elkaar.

Het dragen en ontglippen levert een van de ontroerendste scènes op van Kust, de opvolger van het veelgeprezen Branden door het Rotterdamse Rotheater. De zoon, Wilfried, zoekt een plek om zijn vader te begraven. Hij heeft het lichaam naar diens geboorteland vervoerd om het een laatste rustplaats te geven. Maar in dit door oorlog geteisterde land zijn alle graven vol, er is geen plaats voor nog een dode. Al helemaal niet voor eentje die niet het gevolg is van allesomvattende (burger)oorlog die het hele land verziekte en al zijn inwoners traumatiseerde.

Wilfried draagt het lichaam van zijn vader rond, net zo lang tot hij een goede begraafplaats vindt. Tijdens zijn zoektocht sluiten zich verschillende mensen bij hem aan. Het meisje dat zingt, de man die het licht schijnt, de jongen die lacht en het meisje dat namen verzamelt. Allen zijn getekend door afgrijselijke gewelddadigheden. En allen zien ze in Wilfried en zijn dode vader een teken van hoop. Alleen al dat deze dode ‘heel’ is en niet verminkt of verkracht, maakt hem tot een symbool van troost en biedt hen vertrouwen in de toekomst.

Kust is het is het eerste deel van het vierluik dat de Libanees-Franse schrijver Wajdi Mouawad schreef met als bron zijn eigen geschiedenis. Het is door Alize Zandwijk gemaakt in dezelfde beeldtaal als Branden. Met een schimmenspel en een licht naïeve verbeelding van indringende elementen zoals een brandend dorp van papier, een bos met hangende draden en de zee van namen. Melancholieke Russische accordeonmuziek zet de toon.

Ook de personages zijn ontroerend in hun oprechte bevlogenheid, hun harde maar heldere woorden en hun realistische blik op hun werkelijkheid. Personages die vol vuur door een verrukkelijk acteursensemble leven wordt ingeblazen. Nasrdin Dchar is scherp en ontroerend in de rol van Wilfried en Fania Sorel breekt je hart als Simone, het meisje dat zingt. Maar ook de anderen schitteren in hun sprankelende rollen, in het bijzonder Esther Scheldwacht als Wilfrieds droomridder Guiromelan. Wat zij aan kinderlijk plezier, onschuld en levensdrift laat zien is huiveringwekkend.

De voorstelling duurt wellicht ietwat lang en er wordt iets te vaak een Groot Moreel Punt gemaakt. Maar dat vergeef je de schrijver en de makers licht. Kust is namelijk een belangrijk, hard sprookje over vreselijke dingen die echt gebeuren, hier en nu, ergens op de wereld. Een verhaal dat verteld moet worden.