In hun nieuwste voorstelling biedt Firma Mes het publiek ‘een heerlijk avondje armoede’. In een uiteenlopende waaier aan scènes, waarbij meestal ironie de boventoon voert, laat het Haagse collectief zien hoe wij ons in Nederland tot armoede verhouden. Echt scherp wordt het daarbij nergens. 

Een groot podium met catwalk staat in het midden van de Lourdeskerk in Scheveningen, waar Een avondje armoede gisteren in première ging. Op kleurrijke borden prijkt in glitterletters het woord ‘benefiet’. De plaatselijke zangvereniging brainstormt er wat betreft de invulling van de fundraising voor arme mensen vrolijk op los: een catwalk, een tombola, een pastiche op een Guus Meeuwis hit. Zo gaat deze voorstelling op haar beste momenten over het snijvlak tussen altruïsme en ijdelheid.

Die fictieve zangvereniging, waarin vijf even grote ego’s de seconde dat ze niet meer aan het zingen zijn, voortdurend met elkaar botsen, vormt de rode draad die de avond losjes bij elkaar houdt. Hun dialogen verglijden steevast van inhoud naar randvoorwaarden, huis-tuin-en-keuken gesteggel over wat voor acts ze willen houden, zodat ze zich voortdurend niet echt tot de thematiek hoeven te verhouden. Dat mechanisme is één of twee keer grappig, maar wordt in Een avondje armoede wel erg uitgebuit.

Los van het inkijkje in de voorbereidingen, komen er zeer uiteenlopende scènes voorbij. Een talkshow waarin een politica zich verweert tegen twee door armoede getroffen mensen, een kringloopmodeshow, een confrontatie tussen een deurwaarder die tot huisuitzetting kan overgaan en een verhuurder met structurele betalingsachterstand, een handpoppenkast.

Qua stijl schiet de voorstelling (in regie van Thomas Schoots) heen en weer tussen de ironische uitvergroting en het documentair theater. Elke avond komt bovendien een initiatiefnemer van een wisselend lokaal goed doel aan het woord, waar de opbrengst van de collecte die avond aan geschonken wordt.

Het heeft in potentie iets wrangs: een vrolijk avondje rondom andermans leed – óók als die avond een mooi bedrag ten gunste van een ander oplevert. Onrecht is niet iets wat je consumeert, armoede zou slecht hand in hand moeten gaan met amusement.

Maar Firma Mes toont aan hoe vanzelfsprekend die twee zich tot elkaar lijken te verhouden. Gaandeweg dringt de vraag zich op of armoede nu als excuus wordt gebruikt voor het amusement of andersom? Echt kritisch wordt daar verder helaas niet naar gekeken. Pas in de (behoorlijk obligate) slotscène stelt acteur Daan van Dijsseldonk zich, in de rol van woedende omstander, serieuze vraagtekens bij de thematiek: ‘Mijn medeleven is op’ en ‘Het is hun eigen schuld’. Helaas blijft ook nu de scène hangen aan de karikaturale oppervlakte, en loopt de confrontatie met een onbevredigende sisser af.

Door te veel in de ironie te blijven, en serieuze momenten af te kappen voordat het aan de oppervlakte voorbij is kunnen gaan, blijft Een avondje armoede een veilig variété, rondom een thematiek die vraagt om een veel kritischere blik dan nu geboden wordt.

Foto: Joris-Jan Bos